"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

vrijdag 22 februari 2013

Zoute sneeuw

“Let us give Nature a chance; she knows her business better than we do.”
Michel de Montaigne
De winter oefent haar laatste greep uit en ik kan ervan genieten aan mijn kamerraam na een drukke maand van hot naar her gelopen/gereden/gevlogen te hebben. Met momenten was het erg hectisch maar nu heb ik eindelijk tijd en rust gevonden om u, mijn trouwe lezer, mee te nemen naar een ijskoude besneeuwde dag aan de Belgische kust ... waar natuurlijke dynamieken nog steeds hoogtij vieren ondanks de menselijke druk.
Een typische zware, grijze winterochtend in januari kleurt het strand van Koksijde, richting de Schipgatduinen, grauw met bleke stralen. Waar de zee op het strand rolt hebben zich ijsplaten gevormd.
Een ijskoude noordenwind belet de diverse steltlopers niet om voedsel te zoeken, levensnoodzakelijke bezigheden nemen de overhand, ook bij deze Bonte strandloper (Calidris alpina). Roel en ik zijn hier eigenlijk om de Kuifleeuweriken te bewonderen die zeer schuchter zijn en reeds opvliegen als je nog maar op vijftien passen van hen vandaan bent. Ze speuren de vloedlijnen af en zitten ook veel op een voederplaats in de voorste duinen. Helaas heb ik er geen fotografisch bewijs van wegens het vastvriezen (!) van mijn batterij.
Teruggekomen bij de auto werk ik met een kleine platte schroevendraaier de batterij los en rijden we naar de IJzermonding in Nieuwpoort waar we een paar leutige uren zouden doorbrengen in de kijkhut. De Aalscholvers (Phalacrocorax carbo) hebben alleszins weer hun vaste plaats op de tribune.
Ook speciaal waren de tiental Vlaamse schapen die de kijkhut omsingelden, belust op onze lunchpakketjes ... Natuurlijk gaven we hen niets maar het was wel een grappig zicht !
Meerdere Blauwe reigers (Ardea cinerea) waren te vinden in de graskanten, mogelijk omdat dit open water blijft.
Ze behoren tot een van de stijlvolste watervogels van ons Belgenlandje, deze Pijlstaarten (Anas acuta). Ze hebben hun naam niet gestolen, als ze grondelen met hun kop onder water steekt hun achtereind de lucht in en ziet men duidelijk de lange en smalle pijlvormige staart.
Een leuke verrassing waren deze Wilde zwanen (Cygnus cygnus) die plots opdoken van achter de vegetatie, en het moet gezegd worden: hoe vaker ik ze tegenkom, hoe mooier ik ze vind in hun eenvoudige sierlijkheid.
Eveneens een verrassing op deze inmiddels zonnige dag waren Kemphanen (Philomachus pugnax) in winterkleed. Normaal kom je ze in winters België niet tegen maar de sneeuw dreef hen tot onze contreien.
Na een korte stop bij een bijna totaal bevroren Spuikom in Oostende, komen Roel en ik aan in de Uitkerkse polders. Ook hier regeert de stralende stille witheid.
Ons besluit om eerst een warme kop chocolademelk te consumeren wordt beloond met het haast plechtig, bijna gefluisterde "Kom maar even mee ! Er zit een Ransuil hierachter !". Inderdaad, deze vogel (Asio otus) zocht het kalme hoekje achter het bezoekerscentrum op en kon door het raam heel de dag bewonderd worden. Voor mij alleszins de eerste keer dat ik deze soort zo mooi kon bewonderen met de typerende oranje ogen en de oorpluimpjes.
Eenmaal gezeten voor onze warme kop chocolademelk -met een speculaaskoekje, een mens heeft met dit koude weer nu eenmaal calorieën nodig !- verwonderen we ons over de massale drukte rond de voederplaatsen, zo zien we een Waterhoen (Gallinula chloropus) op een voedertafel springen en zien we de diverse Rietgorzen (Emberiza schoeniclus) gulzig zaadjes pikken zoals op deze foto getoond wordt.
Zelfs de Konijnen (Oryctolagus cuniculus) bezoeken de voederplaatsen ... Uit recent onderzoek bleek trouwens dat strenge winters als deze en natte voorjaren een behoorlijke invloed kunnen hebben op dit dier van Iberische afkomst dat door de Romeinen in onze streken werd ingevoerd. Dit ondanks het feit dat konijnen holenbroeders zijn in tegenstelling tot de Haas (Lepus europeaus) die legers op het veld heeft en niet graaft. Ook deze winter zal zijn effecten hebben op de populaties.
Een andere traktatie van de Uitkerkse polders zijn traditiegetrouw hoge aantallen ganzen, nu met de sneeuw viel dat wat tegen, ook zij zoeken nu elders hun open grasvelden. Deze Kolganzen (Anser albifrons) zijn echter dappere blijvers, hopend op een snel intredende dooi.
Het allerleukste aan de sneeuw voor een bioloog is het zoeken en volgen van sporen. Aan volgen heb ik mij hier niet gewaagd, ik heb niet direct een blindelings vertrouwen in natuurijs ...
De zon begint te zakken en we wachten tevergeefs op de Velduilen (Asio flammeus) om actief te worden, ook dat slaat een beetje tegen vandaag in de polders maar die landschappen ... die maken veel goed moet ik zeggen !
Want daar draait het uiteindelijk toch allemaal om, laat de natuur haar gang gaan en beleeft de natuur zoals ze is. Met al haar goede en minder goede kantjes !