Het is een terug wild-zijn
een geur van aarde, subtiel
gras tot hooi verfijnd
Ruwe handen van de stiel
Bossen overlopen dalen
Stiekeme vossen sluipen,
ver burlen van rivalen
en opgewekte harten
die deze wilde woorden bedruipen,
ze dromen van woeste gronden tarten
...
Slechts een droom
door land omzoomd
een terug wild-zijn
VAG - partim Ardennen (2011)
De Ardennen. Het is een laatste stukje semi-wildernis in België voor zover die term gebruikt mag worden op deze grote beheerde bossen. Ik woon er op een anderhalf uur rijden vandaan maar in de drieëntwintig jaren dat ik al meegemaakt heb was ik nog nooit "echt" in de Ardennen geweest. Ja, met mijn opa op die heerlijke woensdagnamiddagen als hij mij van school afhaalde en simpelweg stelde : "Heb je zin in 'n tripje Ardennen ?". Dan reden we richting Dinant of Heer-sur-Meuse, aten we frietjes in onze vaste friture en prentte ik mij als 10-jarige leergierige jongen de hele aardrijkskunde in mijn geheugen zodat ik in het 4e leerjaar de enige was die kon antwoorden waar Maas en Samber samenvloeiden. Ik had het met eigen ogen in Namen kunnen aanschouwen.
Die tripjes wakkerden al vroeg de reislust in mij aan en toch een realiseren dat ook ons land, hoe klein en overbevolkt ook, wel degelijk mooie plekjes verstopt. Dat vergeten mensen van mijn leeftijd al eens. De Ardennen met zijn grijze opdoemende rotsen bleef in mijn geheugen gegrift maar die bossen, dat bleef onbekend terrein. Tenminste tot eind september laatstgeleden wanneer Rein mij uitnodigde om met hem en zijn moeder Lea een weekendje Ardennen te doen nabij Neufchâteau in het boerendorpje Massul waar wij bij Lea's vriendin Hilde mochten blijven logeren.
Massul en de rest van de streek staan bekend als een wijk- en broedplaats voor de Zwarte ooievaar (Ciconia nigra) die helaas net al vertrokken was richting zuiden maar ons hoofddoel was niet iets gevederds; integendeel, het zware kaliber van Edelherten (Cervus elaphus) is niet bepaald vederlicht te noemen. Hilde had via dorpsgenoten een regeling kunnen treffen met de lokale boswachter die ons en nog enkele anderen 's avonds zou rondleiden per auto in het bos en op de typische bronstplaatsen zou stoppen om te luisteren naar het geburl van de Edelherten.
's Avonds na het overvloedige avondmaal dat Hilde bereid had met groenten voornamelijk van eigen kweek, trokken Rein en ik, elk een flesje kriekbier in de handen, nog eens rond langs de bosranden waar we 'n Vos (Vulpes vulpes) in de koeienweide betrapten en luisterden naar de diverse roepen van een Bosuil (Strix aluco). We laadden onze batterijen op voor de grote dag die ging komen !
Een zonnige zaterdag diende zich aan en natuurliefhebbers als wij zijn gaan we een lange wandeling in en rond het dorp Suxy maken.
En dan was het eindelijk zover : we volgden de boswachter in zijn Nissan X-trail het bos door en stopten op diverse plaatsen. We hoorden inderdaad het zware geburl dat ver kan dragen en het getak van de vechtende geweien. De boswachter was in functie en had ook zijn nachtkijker mee; iedereen mocht eens het groene gespikkelde beeld van de nachtelijke omgeving bekijken. Iets dat we in Zweden bij de berenwacht wel hadden kunnen gebruiken !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten