"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

zaterdag 12 oktober 2013

Verdwenen Hamsters

For the naturalist, every entrance into a wild environment rekindles an excitement that is childlike in spontaneity, [and] often tinged with apprehension, the way life ought to be lived, all the time.

E.O. Wilson
Een ecoloog is altijd blij als een kind bij elke kennismaking met de natuur maar de pijn en teleurstelling kunnen even groot zijn als iets verdwijnt dat vroeger nog een zekerheid leek. Dat gevoel heb ik nu bij de Europese hamsters (Cricetus cricetus) op het plateau van Leefdaal, hier in de Dijleregio. Tot 2009 konden de Natuurstudiegroep Dijleland en Natuurpunt bij hun inventarisaties op de graanvelden nog burchten aantreffen. Want men moet weten, wilde Hamsters zijn schuwe nachtelijke diertjes ter grootte van een cavia. Ronde oortjes, rosse rug, zwarte buik en een paar witte vlekken, gereed om uitroepen van schattigheid uit te lokken. Helaas is het voor deze soort in Vlaanderen nu echt wel één voor twaalf. Bij een inventarisatie deze zomer onder mijn coördinatie vonden we géén hamsterburchten meer in wat eens het bolwerk was voor de soort. Een treurige vaststelling van het feit dat het beleid weer veel te traag reageert. Nu pas, na vijftien jaar vaststellingen van sterke achteruitgang en nu pas, nadat er slechts twee bolwerken over bleven in Vlaanderen, nu pas begint men soortbeschermingsplannen te maken.

Het is wel zo dat de wilde Hamster het overal in Europa moeilijk heeft. Door moderne landbouwtechnieken die weinig oogst verspillen, door wintergraan dat vroeger geoogst kan worden en door het groter worden van akkers in combinatie met minder groene vluchtstroken, is de winteroverleving van de Hamsters in het gedrang gekomen. Waar er in 2000 nog vier leefgebieden waren in Vlaanderen zijn dat er vandaag nog maar twee. Nu Bertem ook bijna verdwenen is, blijft enkel nog het gebied rond Riemst en Tongeren in Limburg over, aansluitend op de enige populatie van Wallonië. Er moet dringend ingegrepen worden met beheersovereenkomsten om graan te laten staan, met educatie van het publiek om te laten zien wat we missen als de Hamster, een stukje erfgoed van de oude landbouwgebruiken, verdwijnt. Eventueel moet men zelfs aan een kweekprogramma beginnen denken en het gebied intussen herinrichten voor de Hamsters. Liever nu dan morgen.

Deze opmerkelijke en spijtige vaststelling beschreven Roel en ik op Natuurbericht.be van Natuurpunt (klik hier). Dit werd ook door de pers opgepikt. Ik heb een korte uitleg gedaan op de regionale TV-zender ROBTV en ook op de radio werd ik gevraagd om meer uitleg te geven. Het radiobericht dat op Radio2 Vlaams-Brabant verscheen op 10/10/2013 kunt u hier beluisteren: klik. Hopelijk haalt het ook iets uit. Hopelijk is het non-beleid van Schauvlieghe nu eens aan het bijdraaien. Een man mag dromen. Een kleine impressie van de vele inventarisaties op de lemige akkers ...
In parallelle banen liepen de vele vrijwilligers de pas geoogste graanakkers af, op zoek naar gaten in de grond: de hamsterburchten.
En we bleven lopen, op de uitgestrekte stoppels...
... maar helaas werd er niets gevonden. Niet op deze avond, niet op de avonden ervoor ... het begon er erg slecht uit te zien.
De boeren vragen af en toe wat we aan het doen zijn op hun akkers maar reageren steeds vol begrip, ook omdat we enkel op de geoogste velden lopen. Maar de wilde Hamster ? Nog nooit van gehoord ! Educatie is dus echt wel belangrijk.
Onder de zomerse zon liggen de strobalen te drogen.
Ik wil alle vrijwilligers nog eens extra bedanken, zeker omdat ik net in de hamsterperiode een aantal weken verstek moest laten gaan wegens een zware hielontsteking. Maar hun enthousiasme en leergierigheid maakten veel goed ! Jan documenteerde een typisch momentje in zo'n inventarisatie waarbij een gat in de grond gevonden was en dat dan nagekeken werd of het een hamsterburcht was.
Gevonden gaten werden opgemeten en gepeild om te zien of ze doorliepen of niet. Een typische hamsterburcht is meestal een gat of meerdere gaten van zo'n tien centimeter in doorsnede waar een biljartbal in kan passen. De burcht heeft vaak ook een typische architectuur bestaande uit een schuine pijp met een hoopje grond ervoor: de graafpijp, en in een halve meter in de omtrek meestal ook een loodrechte pijp naar beneden: de valpijp, waarin de Hamsters zich effectief laten vallen om aan belagers te ontkomen. Soms kunnen deze valpijpen tot 80 centimeter diep reiken ! Dit was een voorbeeld van een andere situatie met een onregelmatig gat dat 40cm onder de grond stopte zonder andere doorgangen. Dit was dus eerder uitgegraven door een woelmuis of dergelijke. Ook moeilijke zaken zijn uitgeregende gaten van bijvoorbeeld molshopen die de juiste grootte bereiken door het wegspoelen van de grond zoals kan gebeuren bij hevige onweersbuien.
Gelukkig zijn er ook andere dingen te vinden op zo'n groot akkerplateau, zoals deze sporen van een Haas (Lepus europaeus)
En dan valt de schemering weer in op het plateau, de boeren zijn nog hard aan het werk met hun grote machines. En ik ? Ik denk aan de paar Hamsters die nog ergens op onze gronden kunnen leven, denkend aan wat de dag van morgen zou brengen...

woensdag 9 oktober 2013

Nazomer in de Viroin

“One of the penalties of an ecological education is that one lives alone in a world of wounds. Much of the damage inflicted on land is quite invisible to laymen. An ecologist must either harden his shell and make believe that the consequences of science are none of his business, or he must be the doctor who sees the marks of death in a community that believes itself well and does not want to be told otherwise.”

Aldo Leopold
Bovenstaand citaat reflecteert duidelijk wat een ecologisch inzicht meebrengt in onze moderne maatschappij: men ziet de succesjes en Successen maar nog meer dan dat ziet men het falen van beleid en het verdwijnen van biodiversiteit. Toch mag men zich daar niet op toespitsen. Men moet blijven vechten. Voor de dag van morgen. Dat dagelijkse gevecht ziet men ook in de Viroinvallei waar de kalkgraslanden van weleer versnipperd zijn en een schaduw zijn van hun glorierijke zelf honderd jaar geleden. Maar men vecht voor het behoud van de soorten en een stabiel systeem waarin nog plaats is voor tijd en rust en voor schapen onder een loden zomerzon.

Zelfs als allerhande fracties beweren dat natuurbeheer ook door jagers en privé-eigenaren kan gedaan worden zonder voorkennis en met willekeur en zelfs in tijden van economische crisis kan ik het niet genoeg benadrukken: we hebben natuur nodig. Biodiversiteit, want die levert ons stabiele systemen met de bijhorende voordelen voor de mens, niet alleen economisch -waterzuivering, houtproductie, geneesmiddelen, bestuiving van landbouwgewassen en fruit- maar ook psychologisch. Soms moet hiervoor monotoon bos gekapt worden of stukken land net beschermd -denk aan de oude bossen- net om onze ecosystemen te helpen in een wereld van menselijke druk... Aan alle portefeuilletrekkers en pessimisten kan ik alleen maar mijn mijn vader beamen: "trekt uw ogen 'ns open !"...
Als bastions van biodiversiteit, tot vijftig plantensoorten per vierkante meter, staan de kalkheuvels van de Viroin in Zuid-België te blinken in de hete septemberzon. Een stralende blauwe hemel en temperaturen die het derde tiental voorbijstreven zorgen voor een mediteraan gevoel. Gert en ik zijn 's morgens in Leuven vertrokken en lopen hier nu al zwetend en lachend rond, op zoek naar de kleine en grote verrassingen.
Het is een prachtige nazomer en een aantal planten staan zelfs nog in bloei zoals dit fijnbesnaarde ogentroost (Euphrasia sp.). Als halfparasieten op grassen onttrekken ze water en voedingsstoffen aan de wortels van andere planten maar zijn ze zelf nog in staat tot fotosynthese. De onderdeling in soorten verschilt per flora maar dit is vermoedelijk Stijve ogentroost (Euphrasia stricta).
Het hoogtepunt voor vlindersoorten is een beetje voorbij maar Gert en ik worden nog zeer aangenaam verrast door deze derde (!) generatie van Paarse parelmoervlinder (Boloria dia).
Een Aardwants (Lygaeus equestris) begeeft zich dapper naar de top van de grasstengel. Dit insect leeft van plantensappen, vooral van paardenbloemen (Taraxacum sp.), Voorjaarsadonis (Adonis vernalis) en Witte engbloem (Vincetoxicum hirundinaria). Deze staan in alle kalkgraslanden.
Een andere verrassing is deze Duitse gentiaan (Gentianella germanica), voor ons een onbekende plant tot we ze begonnen op te zoeken. Het is blijkbaar een tweejarige plant dat een kensoort voor kalkgraslanden vormt. Ze komt voornamelijk voor in Zuid-Duitsland, Beierse alpen en Jura, maar heeft ook een versnipperde verspreiding in de Benelux. De Duitse gentiaan bloeit van augustus tot november in de typische vijftallige kroonvorm, lila of wit gekleurd.
Na een kleine maar leuke dwaaltocht bereiken Gert en ik eindelijk het bekende kruis op de Roche à l'Omme. Dit kijkt uit op de hele Viroinvallei.
Dan breekt de middag aan, het warmste uur van de dag en op die snel opwarmende kalkgronden merkt men dat de watervoorraad dan toch niet voldoende was. Een snelle stop in de lokale superette in Nismes en we kunnen er weer tegen, op naar de Fondry des Chiens. Dit is een andere klassieke stopplaats waar we door de hoge temperaturen helaas niet veel zagen en waar er minder planten in bloei stonden. Toch blijft de geologie van het gebied boeiend met de gekende karststeenkloof die door eeuwenlange erosie en inzakkingen is ontstaan. Ook dit is het behouden waard omdat mensen steeds behoefte hebben aan een rustpunt in hun schaarse vrije momenten, een punt waar de natuur nog wild lijkt. Dat stelt de oeroude, primitieve hersenkronkels in ieder van ons weer even gerust.
Een laatste hooibeurt wuift ons uit als we weer richting Leuven rijden met de aangename geur van coumarines in onze neus die voor de typische zoetige hooigeur zorgen. Opgeladen en paraat voor het dagelijkse gevecht, voor de dag van morgen. Hopelijk u ook ?