"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

dinsdag 28 juni 2011

Het veld


Omzoomd met beuken
Het veld, een paar fruitbomen
alwaar ik als kind
ontdekkingsgeneugten ervoer
Schreeuwende eksters,
een verdwaalde gaai
Tortelduifkens hoog in de den
samen op 't nest gezeten, jaar na jaar
's Winters een ongerept wit rijmtapijt
Lente bracht mij het eerste loof
paardenbloemen en een vroege klaproos
Zomer met hooigeur verzegeld
in geheugen mijns
Herfstregens deden de beuken treuren
hun nootjes aldaar,
wachtend op de eekhoorn
Woensdagnamiddagen bij opa en oma
waren de wereld voor mij
Nu het veld, bijna verdwenen
achter borden van verdeelde percelen
Verdwenen spoedig, dat langwuivend gras
dat mij nog steeds terug doet dromen
aan de zorgeloze dagen dat ik nog 'n kind was



VAG - Het veld (2010)

zaterdag 25 juni 2011

La Brenne

Broeierig warm was de dag
Verlossende druppels van de nacht
blijven uit, bomen zuchten
tegen zwaar zinderende luchten
Zwaluwen zweven ongestoord
voeden hun kroost in hun hoge oord
Sierlijk hun ranke lijf
tegen oranje gloed
van avondlijke zonneschijf
...
Mijn woorden, bescheiden en verstild
tegenover zulks geraffineerde stijl zo mild
Hoog vliegen zij, snel van aarde los
boven huizen, veld en bos

VAG- partim "Zwaluwen" (2008)

Een dikke anderhalf maand geleden stond er een grote groep biologiestudenten op een zaterdagmorgen 7 uur op parking Bodart in Leuven; niet voor een een dagexcursie maar voor hetgeen waar iedereen al enkele maanden vol spanning naar uitkeek, mezelf incluis. De ecologische stage van een week in midden-Frankrijk in het gebied van la Brenne was voldoende om de lange uren op de bus te verdrijven in volle anticipatie voor wat er komen zou. Determinatiegidsen, i-Pods, kaartspelen, kussens, het ging allemaal van hand naar hand om de 600km te overbruggen.

Eindelijk, rond 17u, rijdt onze buschauffeur Azay-le-Ferron binnen, een klein dorpje aan de Indre gelegen en waar zwaluwen zich duidelijk thuis voelen; Boerenzwaluwen (Hirundo rustica) en Huiszwaluwen (Delichon urbicum) walsen terwijl de Gierzwaluwen (Apus apus) twisten in de blauwe ether. We zullen hier in een rustige gîte verblijven die kleine maar nette kamers met eigen badkamer biedt. Ideaal voor biologen.

De gîte biedt ook toegang tot het immense kasteelpark dat ecologisch beheerd wordt en vol leuke planten en dieren zit. Wat te denken van de avondconcerten van de Boomkikkers (Hyla arborea) aan de poelen ? Of de Spinnenorchis (Ophrys sphegodes) in het heischrale grasland ? Dit wordt voor veel teams een plaats voor een deel van het veldwerk dat in deze week uitgevoerd en verwerkt moet worden.

Maar eerst krijgen we zondags nog een rondleiding in het grote "parc régional naturel" dat men ook al eens het gebied van de duizend meren noemt. Het staat bekend om zijn hoge natuurwaarde en we komen ogen tekort. Het gebied omvat onder andere zo'n 35 soorten orchideeën zoals deze Tongorchis (Serapias lingua).

De schoonheid van de Aangebrande orchis (Neotinea ustulata) toont meer dan de naam zou doen vermoeden.

Een Platbuiklibel (Libellula depressa) warmt zich op in de voormiddagzon.

De Brenne met zijn warm klimaat is ook een thuis voor sommige buitennissige insecten zoals deze Oliekever (Meloe proscarabaeus).

Voor vele vlindersoorten is dit eveneens een Europees paradijs, Grote geaderde witjes (Aporia crataegi) vliegen overal "en masse".

Maar la Brenne staat ook bekend om het rijke herpetologisch leven dat hier rondkruipt of -zwemt. Deze Westelijke smaragdhagedis (Lacerta bilineata) of "lézard vert" toont zich waardig, groots en vooral groen voor de cameralens terwijl ik minder stijlvol op mijn buik lig met de macrolens die door de struik port ...

Één van de specialiteiten van het gebied zijn de zeldzame en bedreigde Europese moerasschildpadden (Emys orbicularis) of "cistudes" die hier hun grootste populatie hebben.

Observeren en zoeken zijn de sleutelwoorden van deze reis.

Voor anderen zoals Jan was dat eerder "Vlindertjes, vlindertjes, VLINDERTJES !!".

Reinhardt en ik slagen erin door ons enthousiasme meermaals toegang te verkrijgen tot het kasteelpark om te zoeken en te fotograferen, vaak 's avonds maar ook eens 's morgens met enkele fotografen zoals Siel en Simon om de opgaande zon en vlinders in de ochtenddauw te fotograferen.

Zo vindt Rein bijvoorbeeld deze Ringslang (Natrix natrix).

Zoals vermeld barst het in het park van de Europese boomkikkers die met vreemd ratelend gekwaak hun territorium afbakenen en proberen indruk te maken op de vrouwtjes; mannen zullen nooit veranderen ...

"J'ai touché le soleil"

Maar er diende ook gewerkt te worden, iedere groep kreeg twee veldprojecten waarvoor we zelf een onderzoeksdesign moesten ontwerpen, resultaten verzamelen en deze verwerken; in mijn groep met Rein, Arne, Simon, Lore en Anna ging onze paper over eurytope (zoals Icarusblauwtje,Polyommatus icarus) en stenotype (zoals Veldparelmoervlinder,Melitaea cinxia) vlindersoorten en hun habitatsvoorkeur.

Hier ziet de lezer hoe de touwen van vijf meter op maat gesneden werden voor onze zes onderzoekspatches van 25m².

Het vlinderproject liep op maandag en woensdag waarbij door iedereen telkens een half uur per patch vlindersoorten geteld werd en genoteerd werd op welke plant de vlinders gingen zitten. In totaal werd elk van de zes patches dus zes uur bemonsterd. Drie van de patches zaten in een arm grasland van het kasteelpark, de andere drie een kilometer verder in het heischrale gebied van het park. Er werd later dan statistisch onderzocht of er significante verschillen waren tussen voorkeuren van Icarusblauwtje en Veldparelmoervlinder; ondanks de beperkte tijd en middelen vonden we voor die twee dagen toch een marginale significantie wat meer is dan we redelijkerwijze mochten verwachten.

Ons ander onderwerp, dat gepresenteerd en verdedigd werd, was het SLOSS dilemma toepassen op watervogels in het gebied. SLOSS oftewel "Single Large or Several Small" is een klassieke discussie in de ecologie en natuurbehoud en behandelt de vraag of een groot aaneengesloten gebied de voorkeur zou genieten tegenover diverse kleinere gebieden die meer risico-spreiding zou kunnen aan de dag leggen. Voor ons project hield dat in dat we twee grote vijvers en diverse kleintjes, die de som van oppervlakte benaderden van de twee grote, moesten bezoeken en op deze vijvers werden dan de watervogels geteld en genoteerd.

Voor de eerste dag van het vogelproject mochten we gebruik maken van het busje van de gîte : een oude Peugeot Expert diesel met kapotte schuifdeur en radio met kuren. Dat model kende ik nog van mijn oude vakantiejob als leverancier. We spaarden hem niet om bepaalde vijvers te bereiken ...

Als navigator moest ik vaak uitstappen om Lieven, onze begeleider, te helpen door met aanwijzingen 't busje door de nauwe stukjes te loodsen.

Het loonde de moeite om alle slechte wegen, prikkeldraad en moerassige oevers te trotseren ...

... want we werden met in ons versnipperd landje zeer zeldzame vogels beloond die soms in hallucinante aantallen op de vijvers voorkwamen. Een leuke waarneming en voor mij de allereerste keer was deze Purperreiger (Ardea purpurea), gefotografeerd door de telescoop, die foerageerde langs het riet; later zouden we er nog een paar zien. Het zijn prachtige vogels !

Of de vele Witwangsternen (Chlidonias hybrida) die vaak massaal op de Gele plomp (Nuphar lutea) aan het rusten waren ...

Arne probeerde tevergeefs een van die toch wel erg snelle Koningspages (Iphiclides podalirius) te vangen. Later hoorde ik van Gaëlle dat zij dat per fiets en met een net geprobeerd had, ook zonder succes...

Natuurlijk waren er ook andere projecten; de groep met de nachtvlinders vond op hun laatste avond deze mooie en gigantische Nachtpauwoog (Saturnia pavonia) !

De laatste veldwerkdag voor de watervogels deden we per fiets; 38,5km door prachtige landschappen in volle zon : het was vermoeiend maar ten zeerste aangenaam ! Hier staat ons groepje in de klaprozen; v.l.n.r. : Arne, Rein, Simon, ik, Lore en Anna.

La Brenne ? C'était super !

maandag 20 juni 2011

Groeten uit Mollendaal


I've just been dreaming again, sailing away
on tops of waves that sway
the wide stream between green shadowed banks
and sweet country lands
Got a glance of birds that root
in trees so tall, a glance of worn boots
Amid the wild flowers and welcomed rain showers
I found you, my own island in the stream

VAG - partim My island in the stream (2008)


Het plateau van Mollendaal (Bierbeek) en Mollendaalbos heb ik eerder al geïntroduceerd als een favoriet wandelterrein in de Dijlevallei; een frisse lente-impressie kon ook dit jaar niet ontbreken !

Maart 2011, mijn allereerste Levendbarende hagedis (Zootoca vivipara) in Meerdaalwoud/Mollendaalbos toont zijn kopje vooraleer weer weg te glippen. Het is nog een zeer jong exemplaar aan de zeer donkere metaalglanzende kleur te zien.

Een zeldzame Lederloopkever (Carabus coriaceus) schrikt op van mijn plotse aanwezigheid.

Mijn wandelmaatje Darko geniet als 'n ware kenner van de vele stokken op de paden.

Een Bosorchis (Dactylorhiza maculata) toont haar gracieuze bevalligheid temidden van het wilde gras aan de bosrand.

En als de zon weer haar laatste kleuren aan het pallet toevoegt ...

... zegt dit Steenuiltje (Athene noctua), op de gevoelige plaat gezet door Simon, ons 'n goedenavond, hoog en fier gezeten op zijn koninklijke uitkijkpost.

vrijdag 17 juni 2011

Within twenty years


How will it look like
within twenty years
Flying on a bicycle
or groping in the sea
Receding hairline
and would there be
someone waiting for me
A natural wondering
of a destiny of could-be's

How will it look like
within twenty years
Hydrogen shoes
and subatomical screens
Giant tomatoes
and plastic supercities
Stiffness going up in my back
and would there be
a future looming for me
A natural wondering
of a destiny of could-be's

Got an uncle on his dying bed
far away from the land he called home
He just said; from hero to zero
and was glad he chased his dreams
He got me thinking, in a life
everything's at warp speed
so I wonder, how will it look like
within twenty years
A natural wondering
of a destiny of could-be's



*23/05/11, Voor een schat van een nonkel, Theo, die steeds zijn dromen najoeg.

woensdag 15 juni 2011

Salamandra salamandra

2011 was een positief jaar voor de Meerdaalse Vuursalamanders (Salamandra salamandra) inzake nieuw gevonden voortplantingsplaatsen en heraanleg van de belangrijkste poel. Waar vorig jaar in die poel nog 36 salamanders verdronken en 19 de poel overleefden is wellicht dankzij de heraanleg dit helemaal omgedraaid in 2011 met 29 levende exemplaren en slechts 4 verdronken.

Vuursalamanders monitoren betekent uitkijken naar temperaturen boven de 8°C en vooral het wensen voor verregende nachten zoals deze foto van Siel aantoont. Deze natte nachten leveren de meeste waarnemingen op; Pieter en Koen zoeken goed mee.

Het onderzoeksobject en de -vrijwillige- onderzoeker, deze pure snoezigheid werd ook door Siel vastgelegd voor het nageslacht.

Siel overwon haar angst voor die glipperige amfibieën. Haar reactie later : "Hoe, wat, zijn die giftig ?"...

Na de heraanleg, namelijk het afschuinen van de oevers en het opdelen van de poel zodat de salamanders sneller eruit geraken, is de toegang tot de poel sterk verbeterd. Het grootste probleem blijven geile Bruine kikkers (Rana temporaria) die zich met 500 tegelijk ook in die poel voortplanten in talrijke orgieën en alles vastgrijpen wat maar beweegt. Door de zware last hebben de vrouwtjes Vuursalamander het extra moeilijk in het water waar ze toch al niet thuishoren als landsalamander en verdrinken ze meestal. Hier heeft Siel een reddingsactie gedocumenteerd.

Af en toe wordt het echt wel gortig, dit beestje had maar liefst vijf Bruine kikkers die haar in een amplexus hielden, eentje ervan besloot dat het niet genoeg was en besloot mijn vinger een beurt te geven ...

Na regenachtige nachten werd de poel indien mogelijk ook overdag bezocht om verdronken salamanders te redden zoals Rein hier demonstreert. Voor dit exemplaar, op de foto naast het netje in de dril, kwam alle hulp helaas te laat.

Martijn en Jan zijn nog steeds gewillig om te poseren na twee uur het bos doorkruist te hebben.

Anna kijkt lachend toe als Martijn en Maud vol vuur een eik omarmen.

Maar Vuursalamanders monitoren is niet enkel 's nachts erop uit trekken maar ook een paar keer larven gaan zoeken, meestal overdag maar ook 's nachts wordt er met 't netje of met de zaklamp gezocht.

Een Vuursalamanderlarve in een karrenspoor, merk de gele vlekjes op de schouders van de pootjes op. Deze soort is levendbarend en zijn in deze periode vaak ook de enige salamanderlarven.

Want bij een larvenzoektocht vind je ook al eens leuke dingen zoals deze witte larve die door Roel en mij gevonden werd in 2009; vergelijk maar met de zwarte normale larve links : zelfs de vlekken op de schouders zijn aanwezig. Dit bleek een "leucistisch" exemplaar te zijn, er is geen compleet ontbreken van het donkere melanine want de ogen zijn normaal gekleurd maar er is iets veranderd in de expressie ervan in de huid. Deze vondst maakte het tot in het nieuwsblad van Hyla met deze duidelijke foto die door Roel gemaakt werd.

Het was meteen een goede gelegenheid voor Raf om zijn nieuw waadpak van de Aldi uit te testen.

Lore bewondert een Vuursalamander, diezelfde avond zoeken we een bronbeekje in het bos af die vorig jaar nog larveloos was; dit jaar vinden we er wel twee larven in het licht van onze zaklampen, een eerste bewijs van oostelijke uitbreiding.

Deze foto van een nieuwsgierige Vuursalamander werd door Lore gemaakt; wellicht dat daarom het beestje zo nieuwsgierig opkeek.

Ook mijn peter Désiré toont zich jong van hart zo 's nachts in het bos en is heel tevreden als we dankzij Simons scherpe blik nog een exemplaar vinden zo laat op het seizoen.

Natuurlijk zijn Vuursalamanders niet de enige amfibieën die zich voortplanten in de lente; ook deze Gewone padden (Bufo bufo) keken maar raar op van die voyeur met zijn waterdichte camera ...

Een Bruine kikker piept even door het eendenkroos.

Dit mannetje Alpenwatersalamander (Ichthyosaura alpestris) komt even kijken wat er toch allemaal aan het gebeuren is...

Ook de in Vlaanderen wat zeldzamer voorkomende Vinpootsalamander (Lissotritron helveticus) vindt men terug in dit boscomplex. Deze watersalamander is typisch herkenbaar aan de laterale lijsten die ervoor zorgen dat men, indien men een doorsnede zou maken, een vierkantige doorsnede zou zien. Samen met de donkere streep door het oog zijn dit de snelst opvallende kenmerken.

Ik wou ook Simon, Sarah, Arne D., Gert, Arne M., Alexander, Marian, Sophie, Sjoerd en Roel bedanken om mee te gaan en te helpen ! Een speciale "bedankt" naar Bert van Hyla die de dagen invulde die ik niet kon. Deze hulp werd enorm gewaardeerd, bedankt iedereen ! Ook nu in moderne tijden, nu we weten dat deze dieren niet uit vuur geboren worden, blijft hun verborgen levenswijze, grootte en felle on-Europese kleuren inspireren, zoals deze medley bewijst die door Ishq samengesteld werd : (Klik).