"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

zaterdag 31 juli 2010

Vissen

Als ze me missen, dan ben ik vissen
Als ze me zoeken, dan ben ik snoeken
Als ze me missen, dan ben ik vissen
Ja, zo vissen ze achter het net

Nico Haak - Als ze me missen

Het is een zomer van nostalgie met een opgegroeid randje aan het worden. Binnenkort zit ik weer aan de boeken in de harde realiteit van een student maar de afgelopen vier weken heb ik me ondergedompeld in het buitenleven dat ik zo adoreer. Het lijkt bij momenten misschien overdreven voor buitenstaanders maar voor mij is het als zuurstof, ik kan geen hele dagen binnen zitten of ik kwijn weg in dromen van velden, zeeën en bossen. Ook in de studeerperiodes kan ik niet buiten mijn dagelijkse avondwandelingen, nu met mijn jonge viervoetige vriend Darko.

Een van de dingen die ik sporadisch graag eens doe is vissen oftewel de "hengelsport" met nadruk op hengel. Want sport, daar doe ik niet aan, vissen is bij mij ontspannen turen naar de dobber, wat naar de vogels rond de vijver kijken met de verrekijker, een vis vangen, determineren en teruggooien. Als jongere snaak ging ik met mijn vader Guy iedere zomer wel eens vissen in een visvijver in Neerijse waar we kansen waagden op de vele forellen en witvissen. 's Morgens was het om zes uur opstaan en om zeven uur ter plaatse zijn. De Volkswagen Passat, Opel Omega of Audi A6 met de kofferbak vol hengels gestouwd met ernaast mijn vaders onafscheidelijke rieten visgerief-kist annex zetel : een gigantische en vrij lompe kist met een kokostouw als draagtouw en een kussentje dat erop genageld is.


Soms wij alleen, soms met mijn zus en/of mijn opa erbij zaten we dan de voormiddag uit in puur familieverband, soms met de nodige avontuurtjes. Hierbij reken ik dingen zoals een privé-behoefte uit te voeren tegen een boom terwijl ik in een mierennest stond of een karper die ineens met een hengel ervandoor schoot waardoor ik de achtervolging moest inzetten met een klein roeibootje en half nat werd door mijn enthousiasme.

Dat laatste avontuur gebeurde zo'n zes jaar geleden bij Albert, een vriend van mijn opa die in de buurt van Kortenaken woont en een grote vijver heeft waar hij graag mensen ontvangt met de jovialiteit een Vlaamse bakker en duivenmelker eigen. Deze zomer wilden ik en mijn vrienden toch graag eens gaan vissen als pure mannenbezigheid en we namen contact op met Albert die ons direct welkom heette op zijn grond en alwaar we een rustig kabbelend namiddagje beleefden met een gebroken teennagel bij ondergetekende. De drie anderen, Pieter, nog een Pieter en een Jan kregen van mij een initiatie in het vissen wat zij nog nooit of enkel als kleine van zes jaar gedaan hadden.

Sheba, Alberts grijze kat, keek toe, jaagde een Bruine kikker op en keek nog eens toe hoe ik de anderen de werptechnieken leerde.

Na een uurtje was iedereen vertrokken en in die vijver vol karpers en witvissen hing er soms al na twee seconden een andere vis aan de haak, moeilijk was het dus niet, een grotere uitdaging vormde een grote sterke karper die we aan de haak sloegen vanaf het roeibootje of de kleine zeldzamere Rietvoorns die blijkbaar toch nog in deze vijver voorkomen. Rondom ons vlogen de libellen en waterjuffers meermaals voorbij en in de verte krijste een Sperwer vanuit een boomtop. Ja, dit is leven.

Pieter ontwart een lijn, een delicate oefening als geweten is dat vishaakjes gemeen scherp zijn.

Ondertussen heeft de andere Pieter al een witvis beet.

Vissen losmaken leerden ze snel zoals Pieter demonstreert maar de moeilijke gevallen waren steeds voor mij zoals een hopeloos vastgerukte karper waarvoor ik een tangetje uit de alom tegenwoordige Passat moest gaan halen.

De werptechnieken worden geoefend, soepelheid moet er zijn, Jan is een voorbeeld hoe het soms niet moet ... Daarna werd het stukken beter.

Ondanks mijn voeten in het water bleven de vissen goed bijten. In de haak weliswaar, niet in mijn tenen.

Een Riet- of Ruisvoorn, een planktivore vis met opvallend rode vinnen, bij deze voorn staat de rugvin veel verder naar achteren dan de buikvinnen in tegenstelling tot de Blankvoorn.

Glijdend over het water vallen bijna als vanzelf de ogen toe tot een paar dikke waterdruppels de geest weer tot tegenwoordigheid roepen, een traditionele nationale wolkbreuk staat te trappelen om los te barsten op deze al even traditionele warme 21 juli, de Belgische feestdag. Snel rapen we onze spullen bijeen en zwaaien we Albert gedag. Het was een leuke en "chille" voormiddag in de rust van het Hageland. Dit wordt ongetwijfeld vervolgd. Het was mijn allereerste keer zelfstandig met het visgerief van mijn vader en dat vroeg even wat coördinatie maar het is wonderwel gelukt, zodanig zelfs dat Albert mij vergeleek met Hoss uit Bonanza, een western TV-reeks uit zijn jeugd met deze woorden "Met die hoed zijt ge juist Hoss uit Bonanza, van toen ik nog jong was, dat was ook zo'n plantrekker."

Zo voel ik me ook precies !

Andere foto's zijn te vinden in mijn Picasa-album.

woensdag 28 juli 2010

Een verandatafeltje

Het tafeltje dat gekocht werd op de rommelmarkt in Aubel is inmiddels afgeschuurd en gelakt met Levis Expert lak SATIN MIX - Grind 1500. Hieronder de foto's.

Zo werd het tafeltje voor 10€ gekocht en meegenomen.

Zo was het, vol vegen en krassen, tijd voor 'n schuurmachine en nieuwe lak dus!

Dit lakken zou later nog een uitdaging blijken ...

Gelakt, gedroogd en op zijn plaats in de veranda, nu is ons tweedehands salonnetje daar compleet en we zitten er ook veel meer nu dit tafeltje er is om de ondersteuning te bieden aan kleine geneugten zoals een meegebrachte Spaanse ham of 'n glaasje wijn.

Een laatste blik op het geheel.

dinsdag 20 juli 2010

Brocanterie - Aubel

brocante
bro` can - te de -woord (vrouwelijk) Zuid-Nederlands curiosa, spullen uit vroegere tijden die in trek zijn, maar niet als antiek kunnen worden beschouwd

"Des brocáááántes en Belgíííque, des brocáááántes en Belgíííque ..." Een monotone stem met af en toe een uitschieter op bepaalde klinkers golft aan mijn oren voorbij, de routineuze omroeper loopt mij zoals ieder jaar weer voorbij met een hand vol folders voor brocantemarkten -oftewel rommelmarkten-, een zomers fenomeen in ons klein landje. Al van jongsaf aan nam mijn opa mij mee naar zulke markten die meestal ook een dorpsgebeurtenis inhouden, open garages tonen een blik op oude boeken, zeildoeken liggen op straat vol met spullen uit soms nog niet zo lang vervlogen tijden, barbequegeuren bereiken mijn neus naast een rap opgezette toog waar enkele opklapbare tafels een rudimentair straatcafé vormen.

Vroeger was het nog in Tienen dat we gingen maar de laatste jaren doen we gewoonlijk Aubel (provincie Luik/Liège) en Pécrot (Waals-Brabant). Aubel is iedere derde zondag van juli en was dit jaar een waar zonnebad vol zomers geklede gezinnen en wat luchtiger geklede senioren. Aubel is bekend om de Luikse siroop, de fijne vleeswaren en talrijke kaassoorten die het land van Herve voortbrengt, een stadje voor culinaire levensgenieters dus. Een impressie met de Canon Powershot D10 kan niet ontbreken.

De Rue de la Station, al jaren gesloten maar de herinnering blijft levendig met dit bord ...
... en een mechanische getuige.

Ook het vaste volksdansen was er weer bij, een hobby voor vele ouderen van het dorp om een deel van hun verleden te behouden, een verlangen die zo sterk heerst dat ze zelfs blessures riskeren om toch maar te dansen op de vrolijke ritmische fanfaremuziek. Zelfs mijn heupen bleven er niet stil bij.

Ook de banketbakkers en de streekproducten zijn sterk in trek, vele kraampjes verkopen bijvoorbeeld huisgemaakte taarten of Hasseltse speculaas ...

De rommelmarkt toont vaak een retrospectief op perioden van onze ouders, grootouders of zelfs overgrootouders. Mijn oma kan iedere minuut iets aanwijzen; "Ah da's nog 'n kolenbak, daar schepten we de kolen in voor de kachel boven." en dergelijke zinnen vliegen van haar lippen.

Een vaste halte voor opa : de fijne vleeswaren oftewel de "charcuterie".

Maar ook de plaatselijke kaasboer -hoewel het oranje t-shirt anders doet vermoeden- is een vaste stopplaats. Soms staan er kraampjes met speciale kazen zoals brandnetelkaas.

Mijn aanwinst van de dag ! Een mooi oud tafeltje voor in de veranda, een cadeautje voor mijn moeder. Ze vroegen er 20€ voor en ik heb afgedongen tot 10€, nu is het al geschuurd en de eerste laklaag ligt erop, een verslag van deze restauratie volgt spoedig op deze blog. Ja, dit ding heb ik de hele tijd gedragen in de grote massa ... Zo zot ben ik wel, maar ben niet de enige, zag ook iemand met 'n cd-kastje op zijn schouders en een andere man met een gigantisch model van een houten zeilschip die hij fier voor zich hield terwijl zijn sigaar tevreden pufte.

Rommelmarkten, ik blijf er verzot op !

zaterdag 17 juli 2010

Zomer op de Vinkenbos

Barba à papa, baiser sucré
Une paille pour deux, les amoureux peuvent s'y coller
Y'a du lilas dans les pensées
Y'a pas de doute, on est passé à l'heure d'été

Marc Lavoine - On est passé à l'heure d'été

De Vinkenbos. Een ander toneel van de scènes van mijn jeugd bij mijn grootouders. Een hoekje gedeeld tussen Blanden en Haasrode, langs het verre geruis van de E40, begrensd in het westen door Heverleebos en aan de lucht 's avonds laat ziet men het oranje schijnsel van de Leuvense lichten. Een sfeerimpressie van mijn tweeëntwintigste zomer ter plaatse ...

Deze zwarte kuikens weten altijd te ontsnappen ...

Deze oude ijzeren schuur staat al jaren te roesten te midden van de velden, een boompje profiteert ervan dat het dak jaren geleden eraf gevallen is.

Een schuurtje met hooimachine met op de achtergrond de lichten van de E40. Deze foto werd genomen met de Canon Eos 350D met polaroidfilter. De vorige twee met de Canon Powershot D10.

Tot de volgende episode !

vrijdag 16 juli 2010

Kriskras door Australië

Ik ben al een tijdje een liefhebber van reisverhalen, van welke leeftijd dan ook. In een van de dozen op de stoffige zolder van mijn grootouders vond ik 'n boekje getiteld "Kriskras door Australië", oorspronkelijke titel "Beyond Australia's cities" geschreven door Bill Beatty en in 1959 bij Prisma uitgegeven. Het geeft een goed beeld van het Australië van de jaren '50 en de dertien foto's roepen een pionierssfeer op die het land Down under zelfs tot nu in de 21e eeuw kenmerken, nog steeds trekken de Aussies met hun geprepareerde terreinwagens hun bushlands in, het is een deel van een moeizaam verworven identiteit. Australië is een jong land en kent geen geschiedenis zoals het Oude Europa of het nabije Azië. Bovendien zijn de inwoners van oorsprong een bonte mengelmoes van nationaliteiten en culturen. Daarom klampen de Aussies zich vast aan alles van hun pioniersverleden en de gebruiken van de oorspronkelijke bewoners, de aboriginals, een bevolkingsgroep die anno 2010 nog moet vechten om haar rechten te doen gelden. Dit is te lezen in de uitstekende analyse "Boemerangs en Bromvliegen" van Jan Lighart, journalist.

Ook Bill Beatty, geboren en getogen Australiër, trok zijn land rond en laat niet na diverse aspecten van zijn uitgestrekte vaderland te vermelden en wijdt zelfs een hoofdstuk aan grafschriften die hij tegenkwam op zijn rondreis. Een ervan vond ik te mooi om niet te vermelden. Het is het grafschrift van een smid op het St. Thomas-kerkhof in Enfield (New South Wales) uit 1850.

My sledge and hammer lie reclined
My bellows, too, have lost their wind
And in the dust my vyce is laid
My coal is spent, my mind is gone
My nails are drove, my work is done

Een schrift dat ik wel vind passen in een tijd waarin noeste en eerlijke arbeid terug in de mode komt na jaren van industrialisering en modernisering.

Of het boekje nog uitgegeven wordt, weet ik niet maar het was een interessante reis terug in de tijd dat ik toch even wou vermelden. Australië boeit mij al langer dan vandaag sinds een van m'n beste vrienden naar ginder emigreerde, naar dat verre onbekende land dat meteen ook 'n continent is. Ik spaar inmiddels al een paar jaar om na mijn studies een aantal maanden in Australië te kunnen rondtrekken. Zodus ...

See ya soon matey !

donderdag 15 juli 2010

Snoeien

I'm a lumberjack and I'm okay
I sleep all night and I work all day

Monty Phyton - I'm a lumberjack

De afgelopen weken heb ik mijn grootouders geholpen met het kortwieken van de bomen in het kippenhok en het fijnsnijden van de buxussen, een leuk werkje bij 28°C waarbij ik enkele Kardinaalsmutsbomen (Euonymus europaeus) ontdekte, die heb ik direct bewaard voor het nageslacht. Nadien moest het snoeihout en -afval ook verwerkt worden voor het containerpark, dat deed ik meteen maar even met de Passat. Een foto-impressie.

Weer een paar tomatenstokken erbij voor opa.

De eerste lading met de Passat ...

... en de laatste lading, tot op het dak toe. God, wat hou ik van snelbinders !

dinsdag 13 juli 2010

De Ruwaal

Je connais ces terres
J'ai foulé ces pierres
J'y suis déjà venu
et j'y ai vécu
une sensation franche
cette lumière blanche
J'ai enfin trouvé
la paix que je cherchais

Florent Pagny - Terre

De Ruwaal. Korbeek-Dijle. Het zijn woorden die mij heel bekend in de oren klinken opgegroeid als ik ben bij mijn oma-oppasser als mijn moeder ging werken. Mijn oma vertelde mij vele verhalen uit haar jeugd als rasechte boerendochter in Korbeek-Dijle waar bompa Jean een boerderij op de Ruwaal had. De Ruwaal is een beek die door deze vallei stroomt en wat lager in het dal in de Dijle stroomt. Mijn overgrootouders hadden velden doorheen heel dit gebied tot in Leefdaal toe waar zij hun graan teelden of de koeien lieten grazen. Telkens als ik bij hen op bezoek was als kleine jongen was er altijd wel iets te beleven, als het niet met de oude Schlüter tractoren in de schuur was, dan wel met de schapen die bompa bij wijze van afkicken nog steeds hield in een weide achter het erf.

Bompa Jean in zijn koeienstal in 1964.

Inmiddels zijn we 2010 en zijn die beelden van mijn jeugd slechts vage herinneringen, bompa en bomma hebben allang de hogere winden opgezocht en hun kleindochter Sophie woont nu in wat vroeger de oude koeienstal was, nu een gerenoveerd huis. De tijd vliegt zoals 'n duif naar z'n nest, net zo snel en gericht.

Maar ook deze boerderij en de velden en weiden van het dorp zijn een deel geweest van mijn leven en mijn fascinatie voor natuur. Ondertussen stond de toeristische ontwikkeling in Vlaanderen ook niet stil en rezen her en der in het landschap verschillende wandelingenbordjes op, voor elk wat wils. Gisteren was de drukkende hitte van de afgelopen week even verwaaid en ik besloot om met Darko eens de Ruwaalwandeling te doen in het valleigebied dat ik mij zo vaag herinner.


Het werd een wandeling met prachtige diepe holle wegen en wonderlijke vergezichten op het plateau, vergezichten getint door de al te vroege goudgetinte tarwe en haver tegen de donkere wolkenvelden die soms overtrokken. Talrijke vlindersoorten zoeken de bloeiende Heggewikke op die in de kanten groeit en op het plateau vliegt een Geelgors over, een typische akkervogel.

Ook bracht het mij terug het gevoel van weleer voor de geest, het gevoel van boeren en hun land en gewassen, hun vee dat rustig de tijd wegkauwt en, hoewel gemoderniseerd, de machines ronken nog steeds zwaar aan de horizon.

Veldwegen als linten ...


...en velden als wiegende zeeën op het plateau.

Maar ook voor minder nostalgische zielen biedt deze wandeling een ideale wandeloefening aan, zowel met als zonder hond en de natuur in de veldranden laat zich van haar goede kant zien met de vele zomerbloeiers zoals late klaprozen en Echte kamille.

Echte kamille (Matricaria recutita)


De diepe holle wegen bieden een microklimaat en beschutting aan vele typische planten zoals varensoorten en brengen verkoeling op al te warme zomerse dagen.



Korbeek-Dijle is nog steeds een plattelandsdorp ondanks de vooruitgang en daar ben ik stiekem heel blij om, al is deze vooruitgang soms wel in vrij rare uitspattingen terug te vinden in de straten van dit heuvelachtig dorp...

Ook dit is Korbeek-Dijle : talloze verborgen mooie hoekjes.

Darko was na afloop duidelijk moe maar voldaan, we hebben de Ruwaal namelijk nog aangevuld met 't Gezicht (Doode Bemde) langs de Dijle. Op deze foto waren we nog bij het begin, hij heeft leren loslopen en luistert bijna perfect maar loslaten doe ik enkel in landbouwgebieden, ik raad het af in natuurgebieden en bos waar een hond veel te verstorend kan zijn voor aanwezige fauna zelfs al is de hond goed opgevoed.

Darko telt de schaapjes, het herder zijn zit duidelijk in de genen bij die Borders, hij liet de schapen niet uit 't oog !

En met deze typische inwoner van Korbeek-Dijle sluit ik deze blog af, eventuele gelijkenissen met bestaande personen berust louter op toeval en kan niet aan de auteur verweten worden ;-)

Baai van Heist

De Baai van Heist: van verloren hoek tot eerste Vlaams strandreservaat
Maritiem Instituut

Dit aan onze kust zeldzaam dynamieke strandreservaat verdiende een aparte blog. Ik schreef er al eerder over maar nu wil ik het specifiek over de typering van het gebied en de processen en moeilijkheden hebben zoals die ons uitgelegd werden op de gegidste wandeling door Natuurpunt Knokke-Heist.

Zicht op de kijkhut met op de achtergrond de bedrijvigheid en windmolens van Zeebrugge Zeehaven.

De baai van Heist is een zeer dynamisch slikken- en schorrengebied van zowat 36ha -laagwaterstand- met vrij spel voor zee, wind en getijden. Geen ruimingen meer dus ook vloedmerken blijven aanwezig en embryonale duinen net als oudere mosduinen krijgen de kans. Naar het laagstrand toe ligt er een van de best ontwikkelde schelpenvloeren van de Vlaamse kust, ideaal voor broedende strandvogels zoals Dwergstern en Strandplevier.In het duingebied treffen we ook zeer schrale grond dat ook de kleine en droogteresistende vegetatie typeert.

Het knuppelpad met aan de linkerkant de Zeehaven waarvan de strekdam het ontstaan van dit gebied verzekerde : de zeestromingen voerden zand aan dat bleef hangen aan de dam en drijfzandvermogen had, badgangers lieten dit opzij liggen waarop de natuur de kans kreeg, nu zo'n 35 jaar later is dit het meest dynamieke natuurreservaat in België.

Het huidig beheer bestaat er vooral in om natuurlijke processen voorrang te geven. Men hecht sterk aan de natuurlijke dynamiek van het gebied en verhindert geen enkele werking, vloedmerken laat men liggen. Er wordt wel een keer per jaar gemaaid om de stikstofdepositie van neerslag te verwijderen en om ook exoten op de schorren zoals het Engels slijkgras -vanuit Nederland en Frankrijk overgekomen- niet te laten uitbreiden. Begrazing is niet rendabel op zo'n klein gebied in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Zwin.

Siel luistert aandachtig naar de gids.

Bestrijding van exoten staat hoog op de agenda met het kappen van takkenbosjes van Rimpelroos en het manueel (!) uittrekken van Witte honingklaver. De Rimpelroos is een echte pestsoort langsheen de kust en wordt hier regelmatig kort gesnoeid, de Witte honingklaver komt van de Achterhaven van Zeebrugge waar de plant ingezaaid werd voor het vastleggen en nutrifiëren van de grond, in de Baai van Heist is het een pestsoort geworden die vooral de stikstof vastlegt net in een gebied dat het moet hebben van de schraalheid van de bodem.

Men zorgt ook voor het verzekeren van de rust in het gebied : voor broedvogels zoals de sternen (Visdiefje, Dwergstern en Grote stern) en anderen (Kievit, Bergeend, ...) wordt er van april tot augustus een groot deel ontoegankelijk verklaard.

Echte doelstellingen zijn er niet echt; zoals eerder gezegd wilt men de natuurlijke dynamiek van het gebied behouden die aan de Vlaamse kust wel uniek is -het Zwin is iets teveel verzand om nog echt dynamiek te creëeren- en de daarbijhorende soorten van embryonale en mosduinen, van slikken, schorren, laagstranden, ... Echte doelsoorten zijn er niet gedefinieerd, men laat de natuur haar gang gaan en beperkt negatieve invloeden van buitenaf. Door het aan banden leggen van de visserij in het gebied is dit ook een zeer belangrijke broedkamer geworden voor talrijke vissoorten waaronder de platvissen (Tong etc.), mosselbanken en garnalen.

Zoals elk gebied zijn er wel enkele knelpunten in het beheer, zo is zandverplaatsing een probleem door de strekdam van de haven van Zeebrugge : zo kan de zandbank net onder water bij hoogtij zich niet verder ontwikkelen noch kan de duinvorming zo sterk voortgaan. Verstoring door kite-surfers en wandelaars blijft een probleem hoewel tijdens de broedperiode het toegangsverbod meestal toch wel gerespecteerd wordt. De kites zouden verdwijnen maar dan later vervangen worden door een beach-club zodat lawaai een eventuele verstoringsfactor wordt. Vos, steenmarter en torenvalk zijn geduchte predatoren die het broedsucces van de vogels zeer sterk limiteren.

Verstoring door kites is niet ondenkbaar, gelukkig wordt de grenslijn meestal gerespecteerd.

Het gebied is zeer dynamisch en verandert bijna maandelijks van uitzicht door getijden- en windwerking en biedt zo een zeer grote biodiversiteit aan de bezoekers, flora en fauna dat voor de Belgische kust zeer zeldzaam is zoals Blauwe zeedistel, pioniersplanten zoals Zeepostelein of de beroemde rozig bloeiende zoutminnende Lamsoor.

Kortom; het is een bezoekje waard buiten de broedperiode (15-05 tot 31-07).

De gids demonstreert hoe het duinmos, dat overleeft in een uitgedroogd stadium, zeer snel water terug kan reabsorberen. In dit gebied is droogte een van de meest bepalende factoren.

Zowel door de droogte als het hoge zoutgehalte barst de bodem en is water vasthouden voor de aanwezige planten tot een ware kunstvorm verheven.

en een dikke maand na de gegidste wandeling staat de Blauwe zeedistel bijna in bloei.

vrijdag 9 juli 2010

Summer Birding - Ijzermonding

Outside the blue
in a sea of green
A whale wails
the lonesome days
of the foamy waves

Return to Wilderness - VAG

Achtentwintig juni, ik heb nauwelijks de tijd gehad om te wennen aan het idee om tweeëntwintig jaar te zijn -tjonge, dat gaat snel eenmaal de twintig voorbij- of ik sta al terug paraat om met Roel en Pieter vogels te gaan spotten aan onze Belgische kust, nu ook gecombineerd met planten en insecten. Na de onvermijdelijke opstoppingen in Bertem en op de Brusselse ring konden we vlot doorrijden en kwamen we rond 9 uur in Nieuwpoort aan, in de jachthaven lagen de boten wit te blinken in de felle ochtendzon terwijl het water zacht om hun boegen kabbelde. Zoals beschreven in een eerdere post is de Ijzermonding niet alleen van groot recreatief maar sinds een tiental jaar ook van groot natuurlijk belang, gekaderd in het "Plan Zeehond". De voormalige militaire terreinen boden de nodige rust aan de vele broedvogels en steltlopers en gaven typische kustplanten een kans.

Het Plan Zeehond heeft zijn naam niet gestolen, vooral in de wintermaanden is dit een letterlijke thuishaven voor Gewone Zeehonden (Phoca vitulina).

De weiden en boerderijen naar Lombardsijde toe waar talrijke akker- en landbouwsoorten zoals Boerenzwaluwen (Hirundo rustica) hun gading vinden. De polderkoeien vinden het allemaal best.

Een impressie van vogelaars in Nieuwpoort : de kerk is op de achtergrond te zien, aan de linkerkant is het militaire kwartier Lombardsijde, aan de rechterkant het eigenlijke reservaat en vaargeul.

Het is zomer dus vele typische wintergasten onder de steltlopers missen we vandaag en we zitten nu net in een dalperiode voor dagvlinders dus ook op dat vlak vallen er niet direct grote ontdekkingen te doen maar wat we zien vandaag is genoeg om een natuurliefhebber voldoening te geven. In de vijftig individuen Bergeenden (Tadorna tadorna) struinen de randen van het reservaat af en de Vlaamse schapen, een bijna verdwenen ras, voeren al grazend het beheer uit. Ze kunnen tegen een stootje en hoewel het geen goede vleesopbrengsten biedt is het Vlaams schaap al te overvloedig in melk en wol. De beroemde Middeleeuwse Vlaamse lakenindustrie haalde haar wol voornamelijk van dit schaap af.

Een Vlaams schaap.

Wat planten betreft troffen we vooral soorten van schrale(re) gronden aan zoals Teunisbloemen (Oenothera sp.), Avondkoekoeksbloemen (Silene latifolia subsp. alba), Gewone reigersbek (Erodium cicutarium), Muurpeper (Sedum acre) en dergelijke aan. Wat vlinders betreft vielen vooral de Hooibeestjes (Coenonympha pamphilus) op, voor mij een eerste waarneming buiten de kalkrijke gronden van Torgny.

Een Teunisbloem, een soort die van nature voortkomt in Amerika maar inmiddels is deze opvallend grote plant ingeburgerd in de Oude Wereld. Dit is mogelijk de Grote teunisbloem (Oenothera glazioviana).

Groot kaasjeskruid (Malva sylvestris)

Uiteindelijk komen we aan de vaargeul waar zowel Visdiefjes (Sterna hirundo), druk jagend op vis, als een occassionele Grote stern (Sterna sandvicensis) voorbij zoeven vergezeld door de klassieke meeuwensoorten. In de havengeul zelf valt vooral het grote aantal Oorkwallen (Aurelia aurita) op.

Met zo'n prachtig zomerweer was het een druk komen en gaan van de zeilboten met veel gezwaai en af en toe een scheepstoeter om de mensen op wal aan te kondigen dat het nu echt wel zomer is.


De Visdiefjes speuren gretig naar geschikte geschubte prooien.


Hout aan de kust geeft soms een prachtige verweerde uitstraling onder de invloeden van tijd, tij, zout, wind en water.

De Pier.


En om de dag in Nieuwpoort af te sluiten kwam een "Robotapke" (Roodborsttapuit,Saxicola rubicola) ons nog een goedendag wensen.

Na deze toch wel boeiende voormiddag gingen we nog naar de duinen van Raversijde (Bokkenorchis (Himantoglossum hircinum) en Graspiepers (Anthus pratensis)) en de Fonteintjes in Zeebrugge om de dag af te sluiten in Baai van Heist dat in een volgende post uitgebreid aan bod komt !