"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

vrijdag 22 juli 2011

Dijlse Bevers

I can tell from your eyes
You've never been by the riverside

Down by the water the riverbed
Somebody calls you somebody says
swim with the current and float away
Down by the river every day

Agnes Obel - Riverside

Negentien juli. Ik luister naar de dikke regendruppels die op mijn leren hoed uiteenspatten. Stil is het niet in deze weiden; de rivier de Dijle ruist aan mijn voeten voorbij. Drie jonge stieren zijn geïntrigeerd door deze rijzige figuur op hun sappig gras en ze kijken mij voortdurend aan, soms met de neus in de lucht. Niet echt een rustig kwartiertje gaat voorbij totdat ik het beu ben en ze wegjaag. Mijn blik dwaalt over het water, het stopt met regenen voor eventjes. Mijn waarnemingsformulier blijft nog steeds blank.

Sinds een nogal bewogen clandestiene herintroductie van de Bever (Castor fiber) is dit gigantisch zoogdier niet meer weg te denken van de oevers van de Dijle : overal kan men zijn knaagsporen en gangen ontdekken, van Florival tot de ring van Leuven en er voorbij tot in Holsbeek.

Al sinds de winter van dit jaar probeer ik vrij actief om er een glimp van op te vangen. Zonder succes. In de vrieskou van het Oudjaar zijn een zware plons en ultraverse sporen in de sneeuw mijn deel, maar het dier zelf ? Het blijft een goed verscholen mysterie.

Een van de hotspots in de Dijlevallei is het Grootbroek in Sint-Agatha-Rode. Op de foto is een beverdam en een glijspoor waarneembaar; in april zou ik hier eindelijk mijn eerste Bever zien ! Een jong exemplaar dat versuft in de straal van de zaklamp bleef zitten, lang genoeg om ons zodanig te verbazen dat Rein en ik vergeten dat we elk een fototoestel vast hebben !

Ik had een bever gezien, een dier dat ik enkel van stripverhalen, tekenfilms en boeken kende, en ik was bevangen door de ijverige natuur van die dieren. Een beverdam of een omgeknaagde eik aanschouwen doet je zo nadenken over de stille kracht die deze stevige jongens bezitten. Ze zorgen voor een extra dynamiek in de riviervallei. Daarom moest ik niet lang nadenken om mijn medewerking te verlenen aan de doctoraatstudie van Kristijn Swinnen van de Antwerpse universiteit (UA) die de verspreiding en populatiedynamiek van de Bevers in Vlaanderen poogt in kaart te brengen.

Diverse mensen gaan op drie avonden telkens een plaats bemannen in de vallei die vooraf uitgekozen werden naargelang aanwezige sporen of oude waarnemingen en leggen ze alles vast van wat ze zien aan bevers en hun activiteit tot zonsondergang. Op 19 juli, zoals in de inleiding vermeld, heb ik in Florival geen succes in de plenzende regen terwijl veertig meter verderop diverse keren activiteit wordt genoteerd.

De volgende avond is het gelukkig droog weer en ik heb nu een compagnonne mee: Leonie. We vatten post langs de Dijle in Oud-Heverlee.

Jawel, eindelijk succes ! Leonie hoorde hem het eerst en dan zien we hem verschijnen : een bruinig beest die rustig door 't water glijdt. Even duikt hij onder...

Even later komt hij terug boven met een plantenstengel en gaat het rustig opeten op de oever recht tegenover ons ! Tien heerlijke minuten worden Leonie en ik getrakteerd op het zicht van dit prachtig zoogdier met zijn rare platte staart.

Uiteindelijk wordt hij ons gewaar en duikt rustig terug onder. Een minuut of twee later verschijnt er een kleiner en fijner exemplaar die snel terug verdwijnt; we zijn dus zeker van minstens twee Bevers. Ze zouden ons een uur lang op veel activiteit vergasten dat vooral uit 't afplukken van wilgentakken bestond.

Een geweldige afsluiter van mijn monitoringsbijdrage en ik popel om er een vervolg aan te breien : dit zoogdier, deze Bever, is een geweldig dier !

zaterdag 16 juli 2011

Doode Bemde expeditie

Some are born to move the world
To live their fantasies
But most of us just dream about
The things we'd like to be

Rush - Losing it
Een zeer warme zon staat op mijn blauw Volkswagenbusje als ik de andere leden van onze kleine "expeditie" ophaal op de campus in Heverlee. Ons doel vandaag ? We gaan de ontoegankelijke delen van het natuurreservaat Doode Bemde in om een inventaris met sleepnetten en vlindernetten uit te voeren, vooral gericht op bladhaantjes (Chrysomelidae) maar ook sprinkhanen en lieveheersbeestjes krijgen onze aandacht. Hiervoor hebben wij bij conservator Piet De Becker toestemming gevraagd in ruil voor een gedetailleerd verslag na afloop. De ontoegankelijke delen die we vandaag bezoeken zijn de gronden langs de rechteroever van de Dijle, voornamelijk bestaande uit hooilanden, komgronden en uitgestrekte rietvelden.

Op weg naar de hooilanden moeten we door hoog opgeschoten bramen en brandnetels onze weg banen, ten einde een makkelijkere route te vinden in het riet merk ik helaas het niveauverschil van een halve meter niet op, schuif ik uit en beland languit in de roestbruine modder ... Een beetje avontuur kan toch niet ontbreken.

Andere bijvangsten zijn onder andere deze nog ongedetermineerde grote zweefvlieg.

Ook diverse spinnen worden mee opgepikt. Helaas kennen we van deze mooie maar moeilijke groep niet veel ... Maar intussen is het door Christiaan gedetermineerd als een vrouwtje Gewone tandkaak (Enoplognatha ovata).

Pieter toont hier een sleepnet dat lijkt op een vlindernet maar uit een veel stevigere stof bestaat zodat men het tussen de planten door kan slepen. Het wordt vooral gebruikt voor sprinkhanen, kevers, spinnen en dergelijke.

Ook de Bruine zandoogjes (Maniola jurtina) waren weer massaal actief op de vele distels.

Maar ook diverse bijen profiteren van de bloemenrijkdom om dat kostbare nectar te verzamelen en intussen onbewust mee te helpen met het voortbestaan van de planten.

Net als de bijtjes is Roel zeer actief bezig.

Met succes trouwens want het is Roel die deze zeldzame Gouden sprinkhaan (Chrysochraon dispar) vindt. Er wordt nu volop door vrijwilligers naar deze soort gezocht om zijn juiste verspreiding in kaart te brengen, er word inmiddels vermoed dat deze soort jarenlang "onder de radar" bleef en zijn verspreiding veel ruimer zal zijn dan aanvankelijk aangenomen.

Deze sprinkhaan heeft zijn naam niet gestolen, onder de juiste invalshoek van het licht glanst het achterlijf met een goudkleur.

Martijn zoekt het tijdens de lunchpauze hogerop, men weet nooit wat men in een gezonde eik of wilg aan insecten kan aantreffen.

Tom zocht 'n vogel zonder succes.

Voor zweefvliegen is dit een paradijs.

Maar ook de zeer algemene Grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima) treffen we hier "en masse" aan.

De Dijle, grillige rivier, trekt zich van niets aan; ze glanst in de zon en stroomt wellustig verder tussen de hooilanden in haar eigen vallei.

We sluiten de dag af met 5 of 6 soorten bladhaantjes die met de binoculair nog moeten geverifieerd worden door Martijn. Qua soortenrijkdom op bladhaantjesniveau is dat niet spectaculair maar andere insectengroepen zijn hier wel erg goed vertegenwoordigd. Daarnaast zijn we weer die prachtige zomerse indrukken van dit rustig gebied rijker !

maandag 11 juli 2011

Zomer op de Vinkenbos

Ik met het land om mij heen hunker naar regen
Een zomerse avondstond in mijn tuin alwaar
deze woorden bijna als vanzelf aaneen regen
en waar het leven nog het leven kon zijn


VAG - partim "In mijn tuin" (2008)

Het is weer een zomer die ik in de Dijlevallei doorbreng, in het bijzonder op de Vinkenbos, dat kleine hoekje natuur bij mijn grootouders waar buizerds en zwarte roodstaarten vliegen terwijl de E40 golvend raast op de achtergrond. Een sfeerimpressie van mijn drieëntwintigste zomer ter plaatse ...

De courgetten van opa groeien naar hartelust in de moestuin.

Ondertussen sieren de Goudbloemen (Calendula officinalis) de bordes van oma.

In de bermen en weiden regeert het Sint-Jans-kruid (Hypericum perforatum).

Soms is het vechten om een plaatsje en tot een compromis komen, onze politiekers zouden wat kunnen leren van dit stel.

Over minder wijdse weiden strekt het land zich uit langs de rand van Heverleebos. Klein maar fijn zeg ik dan want ook aan kleine stukken natuur is er behoefte in dit o zo overbevolkt landje...

zondag 10 juli 2011

Meerdaalse vlinders

"We do not inherit the Earth from our Ancestors,
we borrow it from our Children.
"

Indiaanse spreuk
Minder poëtisch, meer prozaïsch was de redelijk warme eerste julidag wanneer Jan en ik uit de Passat stapten met onze vlindernetten in de aanslag. Door een uitzonderlijk warm en droog voorjaar zijn er een hele rits zeldzame soorten in de Dijlevallei opgedoken waaronder Kleine ijsvogelvlinder (Limenitis camilla, een echte bossoort die op Kamperfoelie (Lonicera) haar eitjes legt), Keizersmantel (Argynnis paphia) en Grote vos (Nymphalis polychloros). Anno 2011 zijn deze erg zeldzaam in Vlaanderen en als we niet opletten verliezen we nog meer soorten aan de vergetelheid : dit jaar werd er een nieuwe Rode lijst vrijgegeven door het INBO (klik hier) waaruit blijkt dat maar liefst 65% van Vlaamse dagvlindersoorten op een of andere manier bedreigd is ! In een dichtbevolkte regio als het onze is dat ook weinig verwonderlijk. De effecten van versnippering zijn voor vlinders een cruciaal nadeel. Voor soorten zoals de tot tien jaar geleden algemene Argusvlinder (Lasiommata megera) worden zelfs soortbeschermingsplannen opgesteld op dit moment.

Ik hoop dat ik ooit mijn vlindernet en determinatieboek ter lering en waardering kan doorgeven aan mijn kinderen die zelf in onze Vlaamse contreien op pad zouden kunnen gaan én dat ze nog iets zouden vinden in de groene bebloemde weiden en bossen die wij zo vaak verkwanselden !

Maar dit warme voorjaar zorgde voor een nieuwe impuls en populaties beginnen uit te zwermen. In de voorbije examenperiode werden er diverse zeldzame vlinders waargenomen doorheen de regio; zodanig zelfs dat Jan en ik amper konden blijven zitten achter onze boeken. Dat is ons gelukkig wilskrachtig gelukt en vandaag is het dé dag. Het is tien uur in de voormiddag, de zon schijnt en de temperatuur begint langzaam te stijgen. We trekken langs het Denteneerpad waar vele plekken opengekapt zijn geweest, ideale warme plekjes voor vlinders.

Niet alleen dagvlinders maar ook andere ongewervelden zoals deze Bramensprinkhaan (Pholidoptera griseoaptera) profiteren van deze vlug opwarmende delen in een anders koel bos.

Een Groot dikkopje (Ochlodes sylvanus) zont met zijn vleugels typisch in de 45°-stand waardoor ze echt als zonnepanelen werken.

Dit Groot dikkopje zont niet maar slurpt met zijn lange tong lustig van de nectar van een braam.

En dan heeft Jan prijs ! Een van onze drie doelsoorten kunnen we vandaag afstrepen : de Kleine ijsvogelvlinder. Het blijven prachtige vlinders.

Wat verderop schrikken we een Ree (Capreolus capreolus)op tussen de hoge Adelaarsvarens terwijl we achter de vele oranje vliegende wendbare vlinders lopen. Na twintig minuten slaagde ik erin er een te vangen : het is een grote dagactieve nachtvlinder, een Huismoeder (Noctua pronuba). Ook vele kikkers en padden zijn actief in de vochtige onderbegroeiïng.

Ook de gemakkelijk herkenbare Gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) is erg actief.

In Mollendaalbos vinden we een bloedende eik die erg populair is bij de grootste wespensoort die we kennen : Hoornaars (Vespa crabro) schuimen de wond af belust op het zoete sap vol suikers en andere voedingsstoffen.

Ook Jan werkt blijkbaar op zonne-energie !

Tevreden met zo'n tien dagvlindersoorten en het gekwetter van Zwarte spechten (Dryocopus martius) verlaten we Meerdaalwoud, beiden een beetje moe maar zeer voldaan.

woensdag 6 juli 2011

Natuur nabij

Gimme gimme, gimme just a little smile, that's all I ask of you.
Gimme gimme, gimme just a little smile, we got a message for you.
Sunshine, sunshine reggae, don't worry, don't hurry, take it easy!
Sunshine, sunshine reggae, let the good vibes get a lot stronger!

Bob Marley - Sunshine reggae
Tweeëntwintig graden moet het zowat zijn in die vochtige lucht in de junizon als ik de donkere bedompte aula buitenstap na een examen. De velden van de Campus Arenberg (Heverlee) strekken broeiend in de zon uit onder mijn blik, de relatieve koelte van het Egenhovenbos lonkt.

Egenhovenbos, slechts 100 meter van de campus af, is een klein bos maar heeft een verrassende variatie aan biotopische waarden te bieden aan de nieuwsgierige natuurliefhebber. Vandaag wekken vooral de droge en de natte graslanden mijn aandacht.

Talrijke Bruine zandoogjes (Maniola jurtina) bezoeken de bloemen van de distels, verlust op de zoete nectar.

De grootste verwachting was weggelegd voor de werkelijk verfijnde Bijenorchissen (Ophrys apifera) in bloei.

Men ziet duidelijk de twee pollinaria die aan de bij, die verkeerdelijk de bloem voor een vrouwtje aanziet en bedrogen omkeert, blijven kleven en zo andere exemplaren kunnen bestuiven.

Een typische zwervende kever, Hoplia graminicola om precies te zijn, neemt een graspriet in als uitkijkpost.

Een Grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima) balanceert op Rein's vingertip.

Want ook Rein heeft net het examen ingeleverd en snakt naar buitenlucht voor een tijdje voor het studeren weer begint.

Een blauwgekleurde cicade (vermoedelijk een mannetje Groene cicade) telt af voor een zoveelste sprong.

Een schorpioenvlieg (Panorpidae)overdenkt de dag op een grashalm.

Het is zomerweer, deze boktorren vieren dit door hun fitness te laten gelden; fitness is in de biologische betekenis de individuele contributie van eigenschappen aan het nageslacht. Om het in gewone mensentaal te zeggen : ze hangen aaneen !

Het was een korte adempauze zoals ik er zoveel nodig heb in die duffe periode dat wij "de blok" noemen ...

zaterdag 2 juli 2011

Sleedoornlikeur

Ook als bioloog moeten we ons bewust zijn van duurzaamheid en aanmoedigen tot het gebruik van streekeigen producten waardoor transportkosten en CO2 en aanverwanten sterk verlaagd kunnen worden. Bovendien kan dit een leuke ontdekkingstocht bieden van jouw streek. Uit de Leuvense regio hebben we alvast het volgend receptje, met dank aan mijn peter Désiré Vanautgaerden : Sleedoornlikeur op grootmoeders wijze.

Recept en werkwijze Sleedoornlikeur :

1. bessen plukken als ze( niet al te) rijp zijn (afhankelijk van het seizoen in augustus en september.)

2. Nooit bessen plukken langs autowegen wegens vervuiling, liefst in een natuurgebied of holle weg.

3. Bessen wassen in koud stromend water en laten uitlekken in zeef. Men kan ze ook het beste ontpitten om de bittere bijsmaak hiervan te vermijden.

4. Pruimpjes zo droog mogelijk maken en invriezen in zakjes van 300 gram.

5. Na een paar dagen kan je aan de slag: pruimen laten ontdooien, in glazen pot brengen (liefst met deksel) , 120 à 180 g kristalsuiker overgieten en dan de fles (goedkope)vodka erover.

6. Het geheel 2 maanden laten rusten, als het kan op een plaats waar er wat zonlicht bijkan (dit is echter niet noodzakelijk!)

7. Je ziet na enkele dagen de kleur verschijnen, van kleurloos naar rood.

8. Na de rusttijd filteren door gewone papieren koffiefilter of door neteldoek.

9. De fles in de koelkast zetten en : santé! Lekker! Drinken met maten en met mate! Fijn als aperitief.