"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

donderdag 27 mei 2010

A moment of rusticate

Rusticate
v. rus·ti·cat·ed, rus·ti·cat·ing, rus·ti·cates
v.intr.
To go to or live in the country.
To make or become rustic in style, behaviour, etc.


Dit is het woord dat mij al een paar jaar verleidt, het woord met heel de sfeer van groene rust en levensverhalen doorwrongen. Rusticate. Ik ben ermee opgegroeid dankzij mijn oma, een boerendochter, die er zelfs met een slechte gezondheid nooit in slaagt om te stoppen met in haar tuin te werken en bezig te zijn met de vele dieren. Noodgedwongen heeft ze er al velen laten gaan maar haar kippetjes en haar bloemen pakt niemand haar af. Ik groeide op met een plastic tractortje en een buurvrouw die ieder jaar mij vroeg of ik mee wou helpen met het hooi te halen voor haar paarden met haar Ford Maverick en een dubbelasser erachter. Ik groeide op met zonnebloemen van twee meter hoog die de moestuin soms omzoomden. Ik groeide op met een vijvertje die ik zelf gegraven had toen ik tien jaar was. Dit en de vele wandelingen met mijn peter zijn de wortels geweest van mijn diepe liefde voor de natuur en "country living", zo rustgevend in een maatschappij zo hectisch en voorbijgaand.

Ook al heb ik door mijn studies en mijn sociale verplichtingen weinig tijd, toch maak ik er een punt van om momenten te reserveren om mijn oma te helpen in de tuin of om iets te knutselen dat ze nodig heeft. Zo maakte ik al een konijnenhok deze winter en legde ik een paar weken geleden een nieuw tuinpad aan zodat ze daar al niet meer over kan struikelen. De onhandigheid der benen is onze familie niet vreemd ...

De vrijdag van de laatste lesweek had ik vrijaf en daar maakte ik gebruik van om mijn vijver uit te kuisen na die lange winter waarbij ik een drietal Vuurjuffers ontdekte, ik had ze sinds 2008 niet meer gezien, en waarbij ik twee Gewone padden (Bufo bufo) en een Bruine kikker (Rana temporaria) uit 't water haalde. De strenge winter was mild geweest voor het zeil maar niet voor het aquatische leven, normaal haal ik zo'n tien levende amfibieën eruit, nu heb ik heel wat overblijfselen van de bodem geschraapt... Het frisse water deed goed aan de resterende individuen en de plantjes herademden, mijn Gele lis staat nu prachtig in bloei.

Een paar sfeerbeeldjes kon ik jullie niet onthouden uit mijn oma's tuin;

Een van mijn oma's bronnen van trots : een Doorniks krieltje dat we twee jaar geleden van Roelant Hakkens overnamen, een Belgisch ras dat zoals zovele andere rassen bijna verdwenen zijn onder invloed van schaalvergroting en de economische wet van productiviteit. Slechts enkele mensen kweken er nog mee zoals Roelant. Dit exemplaar is de enige van vier die nog leven en is eigenlijk atypisch voor het ras met haar bleke onderkleur. Toch belet het haar niet van fanatiek haar vijf hybridekuikentjes te beschermen.

Mijn rotstuintje aan de vijver is ook al 12 jaar oud en werd vorig jaar heraangelegd met plantjes zoals deze Lavendel die ik als stekjes kreeg, Citroenmelisse en een paar vetplantjes. Een oude gietijzeren gieter, gered van het oud ijzer, vervolledigt het plaatje.

Ik probeer mijn klein hoekje van de tuin toch zo ecologisch mogelijk te beheren, zo is er een frambozenkant, een kastanjeboom, hazelaars -waarvan de bosmuizen iedere winter overleven op hun nootjes die ze begraven en soms vergeten, zo duiken de hazelaars overal op- en sinds kort een losse houtstapel en een paar Sleedoornstruiken. Het gras wordt met de zeis gemaaid na begin juli en wordt afgevoerd, zo probeer ik de zeer stikstofrijke grond toch ietwat te verarmen. Het werpt resultaten af zoals de amfibieën, Bosmuizen, Rosse woelmuis, Vuurjuffers, Wilde Judaspenning, ...

Het Dwergkonijntje in zijn nieuw hok, onder en voor het hok zien jullie een glimp van de grote gerecupereerde stenen die ik gebruikte om het gammele tuinpad naar mijn vijver opnieuw aan te leggen. Mijn oma is in de wolken omdat ze er niet meer over kan vallen en dat is wat telt.

Een macrofoto van een van de Vuurjuffers (Pyrrhosoma nymphula) op een van mijn vetplantjes gezeten. Een 50mm fix 1.4 lens omgekeerd voor mijn 50mm fix f1.8 Canon.

Een bloeiende Gewone ereprijs (Veronica chamaedrys) met dezelfde macro-set-up als de vorige foto.

Een eigen tuintje is toch altijd een oase van rust. Iets dat ik nooit zou willen ruilen voor een hippe stadsomgeving.

dinsdag 25 mei 2010

Lente in de Doode Bemde

"If happiness," he wrote in his twenty-second year, "consists in the number of pleasing emotions that occupy our mind--how true is it that the contemplation of nature, which always gives rise to these emotions, is one of the great sources of happiness." Thomas Belt, naturalist (1832-1878)

Thomas Belt had het al door zo'n 130 jaar geleden, deze naturalist bemerkte dat de natuur en de studie ervan een mens veel voldoening en geluk kon verschaffen om haar schoonheid en diverse stemmingen. Een gebied dat bij mij steeds die emoties oproept is en blijft nog steeds de Doode Bemde en ik probeer dat ook uit te dragen naar anderen, zeker in dit jaar van de biodiversiteit. Zo organiseerde ik een gegidste wandeling met mijn peter Désiré Vanautgaerden in het gebied. Mijn peter, die jarenlang conservator was, kent nog steeds alle hoekjes en gaten en kan er urenlang over vertellen. Voor de biologen was dit een aangename kennismaking met het gebied op amper 5 kilometers van onze campus. De weiden zagen paars van de Pinksterbloemen waarop af en toe Oranjetipjes foerageerden en het zonnetje scheen na een hele voormiddag regen.

Een van de vele leigrachten in het gebied.

Biologen dragen de diversiteit hoog in het vaandel; hier zien we Claudia en Leonie, de stoere avonturiersters ...

en aan de andere kant van het spectrum zien we de twee Sanne's, rustig aan met dat zonnetje ...

Een paar weken later was het de eerste van een hele reeks grassenexcursies in het gebied geleid door de huidige conservator en plantenliefhebber Piet De Becker. Zo kom je in delen die anders ontoegankelijk zijn en vaak erg mooi om te zien, vol bloemen die typisch zijn voor onbemeste hooilanden.

Piet De Becker, de conservator en de gids van de dag legt een Bastaardwederik uit.

Deze Dagkoekoeksbloem groeit en bloeit werkelijk bijna overal in de Dijlevallei.

Sarah is blij want haar herbariumgrassen zijn volledig !

Een bloem die minder snel gevonden wordt is de Echte koekoeksbloem (Silene flos-cuculi), een bloem die fel achteruit ging met de overbemesting van de Vlaamse gronden maar die in het reservaat weer alle kansen krijgt, een van de mooiste bloemen die we kennen vind ik. Net die woensdag begon de bloem te bloeien op bepaalde stukken na zo'n late lente.

Tenslotte nog een niet zo'n alledaagse plant : de Blaartrekkende boterbloem die natte onbemeste gebieden opzoekt. De plant heeft haar naam niet gestolen, in de Middeleeuwen wreven de bedelaars zich in met het sap dat afschuwelijke blaren op hun huid veroorzaakte waarmee ze heel wat medelijden konden opwekken.

En ik greep de kans om mijn plantensystematiek al te oefenen voor het examen ... Ook pikten we snel een Snor mee, een vogeltje dat al net zoals zijn naam zingt met een snorrend geluid, vrij zeldzaam in de Dijlevallei.

Ah de Doode Bemde, het blijft een liefdesaffaire voor mij ...

vrijdag 7 mei 2010

Lente-impressies uit de Dijlevallei

Het was een mooie tweede helft van april en een heerlijk voorsmaakje op de zomer, een sfeerimpressie kon dus niet ontbreken want tussen de vele groepswerken en verslagen trok ik er ook al 'ns op uit...

Een vlieg op onze kerselaar.

Een Dagpauwoog (Aglais io) vlakbij de campus.

Een Kleine plevier aan de Zandvang, Heverlee

Het mooie landschap van de Koeheide, Bertem.

Een van de wegen in de Koeheide, Bertem. Koeheide is een oude toponiem want veel heide is er tegenwoordig niet meer te vinden maar het is een gebied dat toch wel een grote landschappelijk waarde vertegenwoordigt.

Grote muur, een lid van de anjerfamilie en een van onze simpelste en mooiste voorjaarsbloeiers.

En voor de vlinders wordt 't weer opletten, Rasta-Roel is weer op determinatiepad !

maandag 3 mei 2010

Lente in Egenhovenbos

Een van de eerste mooie aprildagen en het is nog steeds Paasvakantie. Darko heeft al langer de lentekriebels in zijn buik en wilt niks lievers dan erop uit gaan. Deze zonnige maandag geef ik hem volmondig zijn "goesting" zoals we zeggen en we trekken samen naar Egenhovenbos. Daar staat Jan op ons te wachten om zijn herbariumspecimens wat aan te vullen.

Darko in zijn nopjes
Egenhovenbos is het kleinste bos van de regio ten zuiden van Leuven en behoort tot de beheersregio Meerdaalwoud en wordt dus door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) beheerd. Men vind er onder andere genetisch inheemse eiken die speciaal bewaard blijven met specifieke maatregelen en wiens zaad men oogst voor de zaadbank van INBO waar het dient als inheemse reserve voor andere gebieden om zo hybridisatie van soorten tegen te gaan.

Een andere wetenswaardigheid is dat Egenhovenbos eigenlijk vooral een overstromingsbos is met dus veel elsen en esdoorn maar ook aangeplante Moerascypres met luchtwortels en al.

Luchtwortels Moerascypres
Dwars door Egenhovenbos ligt een verlaten spoorwegdijk, nog door de Engelsen aangelegd voor de wereldoorlogen maar waar men onverwachte moeilijkheden bij kreeg. Intussen is deze dijk uitermate geschikt gebleken om een buffer te zijn voor het overstromingswater van de Dijle, bij piekdebieten sluit men de sluizen en loopt het bos onder.

Egenhovenbos omvat ook een aantal natte hooilanden waar nu de Dotterbloemen in bloei staan en de Gevlekte orchis bloem begint te vormen voor eind juni.

Jan met een Dotterbloem dewelke in het ijzerrijke kwelwater groeide.

Gevlekte orchis
In het oud bos zelf is er een heel tapijt van voorjaarsbloeiers te vinden zoals de zeldzame Eenbes, de sierlijke Slanke sleutelbloemen, Gevlekte Aronskelken, Bosanemonen en het Donkersporig viooltje.

Donkersporig viooltje
En dit alles op slechts 400 meter van onze Campus Arenberg in Heverlee ...