"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

zaterdag 9 april 2011

't Liedje van de zee

Het liedje van de zee
Dat eeuwig deint langs duin en strand
Houdt mij gebonden aan mijn rustig vlakkeland
Het liedje van de zee
Zweeft op de vleugelen van de wind
Recht naar mijn hart waar het altijd een toevlucht vindt

Marva - Het liedje van de zee

Zondagochtend 7.30 uur 's morgens : we staan in de ochtendschemering op de Oostendse Hendrik Baelskaai met het busje. We, dat zijn een stuk of twaalf studenten, het merendeel biologen, die zich al twee maanden ingeschreven hebben bij de excursie-organisator North Sea Pelagics om uit te varen met de Albatros. De Albatros is een licht schip, geknipt voor uitjes bij een kalme zee. Het belooft een mooie droge dag te worden en we staan dan ook te popelen om uit te varen.

Jeremy, de organisator, zorgt telkens ook voor voldoende gidsen voor deskundige uitleg, een van hen was nu ook Kelle Moreau, een oude mededorpeling van mij die al jaren als maritiem bioloog werkt en vooral onderzoek doet naar visbestanden en de duurzaamheid van visquota's. Ook hij is een rasechte vogelaar. De scherpe getrainde ogen van de gidsen waarborgen vele waarnemingen waar we vandaag ook niet in teleurgesteld werden. Eerst was het een tweetal uur uitvaren uit de drukke vaarroutes vooraleer we aan de gebieden kwamen waar diverse vogelsoorten en Bruinvissen (Phocoena phocoena) zich lieten zien. Er stond een vrij sterke wind, tegen de 4 Beaufort aan dat net de grens is voor comfortabel varen op deze boot. De avontuurlijken onder ons vonden de stevige golfslag en het rollen van het schip geweldig; iedereen van de biologen genoot, behalve zij die af en toe eens over de reling moesten hangen.

De uitvaart uit de haven van Oostende, koningin der badsteden.

Maar desondanks genoten de zieken ook wel van de trip, vooral toen de Noordse stormvogels (Fulmarus glacialis), Jan-van-Genten (Morus bassanus), Kleine mantelmeeuwen (Larus fuscus), Drieteenmeeuwen (Rissa tridactyla), Dwergmeeuwen (Hydrocoloeus minutus) en Zeekoeten (Uria aalge) begonnen op te duiken rondom het schip.

Een Noordse stormvogel die een eindje wou vliegen en bijna de juiste snelheid voor opstijgen heeft.

De Noordse stormvogel is typisch te herkennen aan zijn snavel en fijnere rondere bouw tegenover de meeuwen. Ze overwinteren op de Noordzee en trekken in de lente terug naar de noordelijke contreien om te broeden.

Kleine mantelmeeuwen in de vlucht rond de boot, belust op een lekker hapje.

De Drieteenmeeuwen zijn schuwer dan de Kleine mantelmeeuwen en vliegen ingetogener rond de boot.

De bewolking van de voormiddag werd bestreden met de gratis verstrekte pittige tomatensoep die eenieder vrij mocht opscheppen in de kombuis alwaar de soepketel vastgemaakt was met snelbinders. Velen genoten van de warmte in hun kelen als het schip op de golven surfte totdat eindelijk de zon doorbrak. Toch zou de zon nog een paar uur verstoppertje spelen achter de grijze wolken vooraleer de blauwe lucht haar magie liet spelen op het glinsterende wateroppervlak.

Een Grote stern (Thalasseus sandvicensis) scheert over het water als de bewolking eventjes de zon terug opslokt.

De Jan-van-Genten werden aangetrokken door de grote zwerm meeuwen achter de boot en lieten hun prachtige verenkleden zien.

Sommigen van deze sierlijke vogels zweefden rakelings langs de reling vooraleer met een sterke vleugelslag over de golven te verdwijnen.

De hele bende biologen en biologie-gerelateerde studenten : v.l.n.r : Simon, ik, Sara, Pieter, Lore, Roel, Martijn, Reinhardt, Arne, Marian, Jan en Koen.

Rond 16 uur is iedereen moe en voldaan als de boot via de Belgische kust, met herkenbaar in het zicht de badsteden, terugkeert naar haar thuishaven. Het was een geweldige dag waar ik al heel mijn leven van droomde. Toen ik die avond in mijn bed in mijn hoofd de deining van de boot voelde nazinderen sliep ik heel gelukkig in ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten