"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

zaterdag 25 juni 2011

La Brenne

Broeierig warm was de dag
Verlossende druppels van de nacht
blijven uit, bomen zuchten
tegen zwaar zinderende luchten
Zwaluwen zweven ongestoord
voeden hun kroost in hun hoge oord
Sierlijk hun ranke lijf
tegen oranje gloed
van avondlijke zonneschijf
...
Mijn woorden, bescheiden en verstild
tegenover zulks geraffineerde stijl zo mild
Hoog vliegen zij, snel van aarde los
boven huizen, veld en bos

VAG- partim "Zwaluwen" (2008)

Een dikke anderhalf maand geleden stond er een grote groep biologiestudenten op een zaterdagmorgen 7 uur op parking Bodart in Leuven; niet voor een een dagexcursie maar voor hetgeen waar iedereen al enkele maanden vol spanning naar uitkeek, mezelf incluis. De ecologische stage van een week in midden-Frankrijk in het gebied van la Brenne was voldoende om de lange uren op de bus te verdrijven in volle anticipatie voor wat er komen zou. Determinatiegidsen, i-Pods, kaartspelen, kussens, het ging allemaal van hand naar hand om de 600km te overbruggen.

Eindelijk, rond 17u, rijdt onze buschauffeur Azay-le-Ferron binnen, een klein dorpje aan de Indre gelegen en waar zwaluwen zich duidelijk thuis voelen; Boerenzwaluwen (Hirundo rustica) en Huiszwaluwen (Delichon urbicum) walsen terwijl de Gierzwaluwen (Apus apus) twisten in de blauwe ether. We zullen hier in een rustige gîte verblijven die kleine maar nette kamers met eigen badkamer biedt. Ideaal voor biologen.

De gîte biedt ook toegang tot het immense kasteelpark dat ecologisch beheerd wordt en vol leuke planten en dieren zit. Wat te denken van de avondconcerten van de Boomkikkers (Hyla arborea) aan de poelen ? Of de Spinnenorchis (Ophrys sphegodes) in het heischrale grasland ? Dit wordt voor veel teams een plaats voor een deel van het veldwerk dat in deze week uitgevoerd en verwerkt moet worden.

Maar eerst krijgen we zondags nog een rondleiding in het grote "parc régional naturel" dat men ook al eens het gebied van de duizend meren noemt. Het staat bekend om zijn hoge natuurwaarde en we komen ogen tekort. Het gebied omvat onder andere zo'n 35 soorten orchideeën zoals deze Tongorchis (Serapias lingua).

De schoonheid van de Aangebrande orchis (Neotinea ustulata) toont meer dan de naam zou doen vermoeden.

Een Platbuiklibel (Libellula depressa) warmt zich op in de voormiddagzon.

De Brenne met zijn warm klimaat is ook een thuis voor sommige buitennissige insecten zoals deze Oliekever (Meloe proscarabaeus).

Voor vele vlindersoorten is dit eveneens een Europees paradijs, Grote geaderde witjes (Aporia crataegi) vliegen overal "en masse".

Maar la Brenne staat ook bekend om het rijke herpetologisch leven dat hier rondkruipt of -zwemt. Deze Westelijke smaragdhagedis (Lacerta bilineata) of "lézard vert" toont zich waardig, groots en vooral groen voor de cameralens terwijl ik minder stijlvol op mijn buik lig met de macrolens die door de struik port ...

Één van de specialiteiten van het gebied zijn de zeldzame en bedreigde Europese moerasschildpadden (Emys orbicularis) of "cistudes" die hier hun grootste populatie hebben.

Observeren en zoeken zijn de sleutelwoorden van deze reis.

Voor anderen zoals Jan was dat eerder "Vlindertjes, vlindertjes, VLINDERTJES !!".

Reinhardt en ik slagen erin door ons enthousiasme meermaals toegang te verkrijgen tot het kasteelpark om te zoeken en te fotograferen, vaak 's avonds maar ook eens 's morgens met enkele fotografen zoals Siel en Simon om de opgaande zon en vlinders in de ochtenddauw te fotograferen.

Zo vindt Rein bijvoorbeeld deze Ringslang (Natrix natrix).

Zoals vermeld barst het in het park van de Europese boomkikkers die met vreemd ratelend gekwaak hun territorium afbakenen en proberen indruk te maken op de vrouwtjes; mannen zullen nooit veranderen ...

"J'ai touché le soleil"

Maar er diende ook gewerkt te worden, iedere groep kreeg twee veldprojecten waarvoor we zelf een onderzoeksdesign moesten ontwerpen, resultaten verzamelen en deze verwerken; in mijn groep met Rein, Arne, Simon, Lore en Anna ging onze paper over eurytope (zoals Icarusblauwtje,Polyommatus icarus) en stenotype (zoals Veldparelmoervlinder,Melitaea cinxia) vlindersoorten en hun habitatsvoorkeur.

Hier ziet de lezer hoe de touwen van vijf meter op maat gesneden werden voor onze zes onderzoekspatches van 25m².

Het vlinderproject liep op maandag en woensdag waarbij door iedereen telkens een half uur per patch vlindersoorten geteld werd en genoteerd werd op welke plant de vlinders gingen zitten. In totaal werd elk van de zes patches dus zes uur bemonsterd. Drie van de patches zaten in een arm grasland van het kasteelpark, de andere drie een kilometer verder in het heischrale gebied van het park. Er werd later dan statistisch onderzocht of er significante verschillen waren tussen voorkeuren van Icarusblauwtje en Veldparelmoervlinder; ondanks de beperkte tijd en middelen vonden we voor die twee dagen toch een marginale significantie wat meer is dan we redelijkerwijze mochten verwachten.

Ons ander onderwerp, dat gepresenteerd en verdedigd werd, was het SLOSS dilemma toepassen op watervogels in het gebied. SLOSS oftewel "Single Large or Several Small" is een klassieke discussie in de ecologie en natuurbehoud en behandelt de vraag of een groot aaneengesloten gebied de voorkeur zou genieten tegenover diverse kleinere gebieden die meer risico-spreiding zou kunnen aan de dag leggen. Voor ons project hield dat in dat we twee grote vijvers en diverse kleintjes, die de som van oppervlakte benaderden van de twee grote, moesten bezoeken en op deze vijvers werden dan de watervogels geteld en genoteerd.

Voor de eerste dag van het vogelproject mochten we gebruik maken van het busje van de gîte : een oude Peugeot Expert diesel met kapotte schuifdeur en radio met kuren. Dat model kende ik nog van mijn oude vakantiejob als leverancier. We spaarden hem niet om bepaalde vijvers te bereiken ...

Als navigator moest ik vaak uitstappen om Lieven, onze begeleider, te helpen door met aanwijzingen 't busje door de nauwe stukjes te loodsen.

Het loonde de moeite om alle slechte wegen, prikkeldraad en moerassige oevers te trotseren ...

... want we werden met in ons versnipperd landje zeer zeldzame vogels beloond die soms in hallucinante aantallen op de vijvers voorkwamen. Een leuke waarneming en voor mij de allereerste keer was deze Purperreiger (Ardea purpurea), gefotografeerd door de telescoop, die foerageerde langs het riet; later zouden we er nog een paar zien. Het zijn prachtige vogels !

Of de vele Witwangsternen (Chlidonias hybrida) die vaak massaal op de Gele plomp (Nuphar lutea) aan het rusten waren ...

Arne probeerde tevergeefs een van die toch wel erg snelle Koningspages (Iphiclides podalirius) te vangen. Later hoorde ik van Gaëlle dat zij dat per fiets en met een net geprobeerd had, ook zonder succes...

Natuurlijk waren er ook andere projecten; de groep met de nachtvlinders vond op hun laatste avond deze mooie en gigantische Nachtpauwoog (Saturnia pavonia) !

De laatste veldwerkdag voor de watervogels deden we per fiets; 38,5km door prachtige landschappen in volle zon : het was vermoeiend maar ten zeerste aangenaam ! Hier staat ons groepje in de klaprozen; v.l.n.r. : Arne, Rein, Simon, ik, Lore en Anna.

La Brenne ? C'était super !

Geen opmerkingen:

Een reactie posten