"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

donderdag 21 maart 2013

Algarve - verdere verkenning

“Anyone who stops learning is old, whether at twenty or eighty. Anyone who keeps learning stays young. The greatest thing in life is to keep your mind young.”
Henry Ford
Een stevige wind blaast onze haren in allerlei wilde kapsels. Voor ons ligt de verloren uitgestrektheid van de Atlantische Oceaan. Ongehinderd tot Amerika. Iedere seconde rollen hier de golven af en aan. We staan hier op het rotsige uitsteeksel van Cabo de São Vicente, een beroemde kaap nabij het dorpje Sagrès. Dit is het meest zuidwestelijke punt van het Europese vasteland. En je kan het zien in de onmetelijke verten die aan onze voeten liggen op deze heldere winderige dag.
Door de scheepvaart heeft ook hier de menselijke geschiedenis het land getekend zoals deze ruïne van een woonburcht getuigt, maar ook het verderop gelegen fort was van strategisch belang.
Ook al zijn we biologen, toch boeien deze stenen ook wel. Siel kijkt al uit naar de geocache die Jan poogt te vinden; die zou hier ergens in een muur verstopt moeten zitten.
Ook hier zien we de veerkracht van de natuur op de stilaan aftakelende muren.
En dan komt die autoliefhebber in mij toch weer eventjes boven bij de aanblik van deze leuke Renault R4. Toen deze gelanceerd werd op het Salon van Parijs in 1961 was het een revolutionair wagentje: de eerste echte "hatchback" dankzij de grote kofferdeur die tot het dak openging en dankzij de rechte bouw heel veel bagageruimte bood. Daarnaast was het een voorwielaangedreven Renault -niet zo vanzelfsprekend in 1961-, had het een heel comfortabele stevige vering, een watergekoelde viercylindermotor die krachtiger was dan die van concurrent Citroën 2cv. Kortom: een sensatie en het succes was zo groot dat het wagentje in productie bleef tot 1993 en maar liefst in meer dan 8 miljoen exemplaren ! Ik heb er een echte zwak voor ... zo'n simpele eerlijke mechaniek die geen foute verwachtingen oproept en trouw blijft werken wanneer nodig... Zo zouden ze terug eens auto's moeten maken, zo besef ik weer na de laatste panne met mijn Passat uit 2001.
Maar al spoedig nam de bioloog in mij het weer over toen Jan en ik aan het fort een Kuifleeuwerik (Galerida cristata) ontdekken die behoorlijk tam was. Op de achtergrond ziet men de toegangspoort van het fort: de constructie hiervan werd bevolen in de 15e eeuw om assistentie te verlenen aan zeevaarders in de regio. Door de nabijheid van de Middellandse zee en Noord-Afrika werd dit een belangrijke handelspost. De structuur die we hier zagen dateert van het einde van de 18e eeuw en had toen een echte defensieve rol langs de kustlijn samen met andere forten.
Van zo'n brokjes geschiedenis trekt de Kuifleeuwerik zich niet veel aan. De insecten rond en tussen de stenen zijn veel interessanter !
De zon schijnt, dus neemt Siel ons mee naar haar favoriete strand hier: Praia do Beliche. Indrukwekkende rotsen toren boven het witte zand uit waar de oceaan de wijdse baai binnendringt. Rotszwaluwen (Ptyonoprogne rupestris) voeren acrobatische toeren uit, boven de golven zien we Jan-van-Genten (Morus bassanus) halsbrekende duiken maken en de struiken zitten bomvol zich vrolijk verstoppende Zwartkoppen (Sylvia atricapilla) die bij ons in België nog moeten terugkeren.
Het begint met een speelse Jan en Siel, het eindigt met deze symbolische foto van mij, Jan, Siel, Sarah en Carl. Drie keer raden van langs welke kant -links of rechts- u deze namenvolgorde mag toekennen ... !
Van mijn reis uit 2009 onthou ik ook de gezelligheid en authenticiteit van het haventje van Sagrès. Met de huurauto, een nieuwe Toyota Yaris 1.0l, zet ik mij op bijna dezelfde parkeerplaats als ik toen in 2009 mijn oude Passat neerzette.
Het ruikt hier steevast naar oude vis, roest, zout en zeewier dat in de zon heeft liggen bakken. Ik vertoef er graag.
Iets wat vele lezers met het zuiden zullen associëren is keramieken pottenwerk, zo ook hier in de Algarve. En ze hebben wel een originele manier om hun bezigheden in de keramiek te adverteren ...
Met Jan en Siel ben ik op ontdekking gegaan in de macquisvegetatie op een paar honderd meter van ons gehuurd appartementje hier.
Een leuke ontdekking was deze groep Cirlgorzen (Emberiza cirlus) die Siel langdurig besloop waardoor ik deze goede determinatiefoto's kon beoordelen. Want met de avondzon die kleuren en motieven vertekent en met vogels die zich als bij regel in het hoge gras wegstoppen is het determineren met de verrekijker ter plaatse enkel goed voor een suggestieve oplijsting van enkele mogelijke soorten maar het bleken dus toch Cirlgorzen te zijn. Deze zijn het zuidelijke equivalent van onze Geelgorzen (Emberiza citrinella) en in die hoedanigheid echte akkervogels.
En Jan ? Die ging op jacht naar waterbeestjes. In dit potje had hij in een tijdelijke plas water een copepode (of "roeipootkreeftje") gevonden.
Tenslotte was deze dag ook weer voorbijgevlogen ...
En een nieuwe dag is ook zo weer snel aangebroken na een goede nachtrust. Vers geperst sinaasappelsap verschijnt er op de ontbijttafel, van sinaasappels die de dag ervoor langs de kant van de weg bij een van de vele gepensioneerde verkopers gekocht werden. Sinaasappels zijn een echt streekproduct hier en je kan bijna zwemmen in het overweldigende aanbod ervan.
Het werd tijd om het binnenland te verkennen, de wandelgps van Jan leidde ons tot een smalle weg op weg naar Serra de Monchique, een natuurreservaat. Op deze smalle weg, met een nieuwe huurauto die niet van mij is, komen we plots een kudde koeien tegen. Het is mijn eerste keer dat ik zo'n ontmoeting met koeien meemaak - met schapen had ik het al eerder op Texel meegemaakt, maar koeien ? Die zijn veel groter en krassen of deuken zijn zo snel gebeurd ! Ze zijn overal: voor mijn bumper, naast mij, zelfs in het bos verderop zitten ze. Ik zet me opzij en zet de motor af tot de herder achter zijn rossige beesten tevoorschijn komt samen met zijn hond en teken geef dat ik gerust mag doorrijden. Inderdaad hebben ze de volgzame kudde onder perfecte controle zodat we veilig kunnen passeren en zijn we een unieke ervaring rijker in het anders zo moderne verstedelijkte Europa. Sarah documenteerde vrolijk het voorval terwijl ik me achter het stuur zat af te vragen wat ik zou doen...
Maar deze weg was wel de ontdekking van de dag. Plots verdween het al niet zo geweldig onderhouden asfalt om baan te ruimen voor een onverharde grindweg...
Met die lage bumpers van de Toyota vertrouw ik het zaakje niet echt tot we een bocht doorrijden en we dit magnifiek landschap aan onze voeten zien liggen ... Het roept vanzelf een wow-gevoel op en we stopten onmiddelijk om eventjes van het uitzicht te genieten.
Uiteindelijk maken we een wandeling die ons langs een meer zou leiden. Langs het pad zijn ook diverse verspreidde landerijtjes te vinden met sinaasappelboomgaarden of dit andere exportproduct van de streek : kurkeiken (Quercus suber). Heel typisch ziet men ze met de zwart verkleurde stam als de kurk geoogst is geweest, men ziet de schors terug hoger in het kruin. Deze bomen worden heel voorzichtig gepeld om de 8 à 10 jaar waarna de schors langzaam teruggroeit.
Onverwacht komen we hier op de snel opwarmende zuidrand van de rotsheuvel een paar soorten vlinders tegen waaronder deze bontgekleurde Spaanse pijpbloemvlinder (Zerynthia rumina).
Ook de eerste bloeiende planten worden opgemerkt in de verder nog erg groene vegetatie zoals deze vermoedelijke Holwortel (Corydalis cava) met evenzeer vrolijke kleurtjes.
De wandeling voert ons langs een van de beekjes die het meer verderop voedt.
Een ontdekking is het erg fors groeiende Portugese heide (Erica lusitanica) die tot twee meter hoog kan worden. Het is een plant die in verspreiding beperkt is tot het historische Lusitania, dat tegenwoordig de som is van het Iberische schiereiland en het huidige zuidwesten van Frankrijk.
Zelfs de margrieten (Leucanthemum vulgare) bloeiden al !
Verderop zien we hele plantages van Eucalyptus die hier ook gekweekt wordt wegens de aromatische en geneeskrachtige eigenschappen van de plant en de snelle houtproductie. Een verweerde bulldozer was nieuwe ruimte aan het maken.
Een ander mooi uitstapje was naar de Rocha da Pena, een karstformatie van kalksteen. Karst is een geologische structuur die ontstaat wanneer verschillende laagjes kalksteen oplossen in water. Zo verkrijgt men sterk eroderende structuren met veel holen en kloven, ideaal voor flora en fauna.
Ook hier was de voorjaarsbloei al op gang gekomen, getuige deze Paeonia broteri die enkel voorkomt in Spanje en Portugal.
Nóg specialer en vooral veel zeldzamer was deze Iberische endemische soort -een soort die enkel in Portugal en Spanje voorkomt-, namelijk Narcissus calciflora. Wijdverspreid in Zuid-Portugal, in Spanje zijn er slechts enkele populaties aanwezig rond Extremadura, Granada en Almeria. Het is een vrij unieke plant en toen ik de enige plant die ik langs het pad vond wou fotograferen kwamen er twee Engelse botanische liefhebbers aan die de plant eveneens wilden fotograferen.
Het werd zo zoetjesaan tijd om afscheid te nemen van de zon, de blauwe luchten en de frisse zeewind van de Algarve. De volgende ochtend zouden terug op het vliegtuig stappen -daar keek ik niet naar uit- op weg naar het winterse Belgenlandje. Het was een erg aangename hernieuwing van de kennismaking met de Algarve die ik gestart was in 2009. De taal is nog steeds een raadsel voor mij, grotendeels dankzij het halve gemompel van de Portugezen maar wat een unieke cultuur en natuur hebben ze daar tot hun beschikking ! Ooit ga ik wel eens terug want er staan toch nog een aantal vogelsoorten op mijn lijstje die ik nog eens moet gezien hebben... en om bij te leren is een mens nooit te oud ! Mijn opa leerde mij dat al toen ik opgroeide en het is nog steeds één van de belangrijkste levenswijsheden die hoog in het vaandel laat wapperen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten