"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

donderdag 21 november 2013

Zweden - Rocknar en Cladonia

Nature is not a place to visit. It's home.
Gary Snyder

"Zou het daar in die straat zijn ?"
"Ik weet het niet, probeert maar..."
Een straat vol woonhuizen strekt zich voor ons uit. Één supermarkt. Maar nog steeds geen toeristisch bureau ondanks de belofte van de kaart en de eenzame wegwijzer langs de hoofdweg.
"Nochtans was er ene in Gnosjö volgens die kaart op de parking ... Even vragen in dat tankstation ?"
"Doe maar..."
Ik stap met vlugge schreden het kleine kantoortje annex winkel binnen van het tankstation in het dorp.
"Do you speak English ?"
De man haalt zijn schouders op: "Not good ..."
"Tourist information ?"
"Ah. Uhm. Right there, at, uhm, four-hundred meters."
We bedanken met "Tak!" dat wellicht niet correct uitgesproken werd en rijden naar de aangeduidde straat. Nog steeds geen spoor van een toeristisch kantoor. Wel een bibliotheek.
"Roel, ik denk dat ze daar wel Engels spreken ..."

Zo gezegd, zo gedaan, de Passat wordt geparkeerd op een kleine parking en we stappen de bibliotheek binnen na een verkeerde deur van een gesloten restaurant binnen gegaan te zijn. We komen terecht in een chique bedoening met veel licht hout en een bedrijfskantoor. De bibliotheek blijkt zich op de eerste verdieping te bevinden. Een vriendelijk lachende mevrouw van middelbare leeftijd komt ons tegemoet aan de balie. Ze kon Engels. Uiteindelijk bleek dat het toeristisch bureau enkel open was in de zomermaanden maar beneden stond er nog wel een rek vol met folders met informatie. Als wij de vraag stellen waar we kunnen overnachten krijgen we als antwoord "everywhere". Dat is wat we moesten weten, want in sommige streken van Zweden is het lastig om wild te kamperen doordat er dan veel in privé-eigendom is. Zeker in Zuid-Zweden speelt dit, gelukkig hier niet. Roel en ik trekken dan op zoektocht langs de bossen in de buurt, op zoek naar een begaanbare weg voor de Passat.
Uiteindelijk is deze queeste ook gelukt. Het was geen sinecure want de plastic beschermingsplaat voor de motor onderin was onderweg al gesneuveld. De wagen was dus totaal onbeschermd tegen rotsen en andere vuile verrassingen. Daarnaast was de wagen in Falsterbo begonnen met "hobbelen" met zijn rechterachterwiel. De reden hiervoor moest ik nog even in het midden laten tot twee dagen later maar het was geen fijn gevoel. Het varieerde ook in intensiteit naargelang de snelheid waardoor het altijd bleef knagen aan mijn gerust gemoed. Ik was dan ook blij dat we eindelijk een kampeerplaats hadden gevonden! Het hele pallet aan herfstkleuren maakte gelukkig veel goed.
Het leek soms of er toverstokjes massaal de wolken en kleuren lieten walsen ...
Daar stond onze tent, moederziel alleen in de bossen. In Zweden kamperen is kamperen in de Europese wildernis. Je weet dat er elk moment een Eland (Alces alces) kan passeren, de grootste grazer van ons continent en het grootste nog levende hertachtige, zo groot als een paard. Je weet dat elk moment de koude nacht zal invallen en je hoopt dat jouw oude slaapzak je toch warm zal houden samen met al die extra dekens die je meehebt. Je weet dat je even weg bent van platgetreden paden.
Waarvoor deden we dit nu allemaal ? Het antwoord is het Store Mosse nationaal park. Dit park, waar professor en boswachter Edward Wibeck heel zijn leven voor vocht aan het begin van de twintigste eeuw, is beschermd sinds de jaren '30 en een nationaal park sinds 1982. Een immens groot, het grootste in Zuid-Zweden, onaangetast veengebied met de allures van Noord-Scandinavische landschappen maar nog steeds minstens 600 kilometer er zuidwaarts vanaf gelegen. Toch is dit een uniek gebied want hier ontmoeten zuidelijkere en noordelijke plantensoorten elkaar en broeden Wilde zwanen (Cygnus cygnus), Bokjes (Lymnocryptes minimus) en Kraanvogels (Grus grus) ver van hun normale noordelijke broedgebieden. Het hele gebied bestrijkt meer dan 100 vierkante kilometer en wordt doorkruist door meer dan 40 kilometer aan wandelpaden. Dit konden we niet links laten liggen op onze reis naar Grimsö !
Een ander uniek landschappelijk element zijn de "rocknar": fossiele zandduinen. Droog zand in een kletsnat veengebied ? De oplossing op die logische vraag is dat deze duinen dateren van vlak na de ijstijden toen ze gevormd werden door de droge en koude wind die toen heerste. Het hele veengebied rust namelijk op een zandlaag, afkomstig van een gigantische gletsjer, één van de velen die het hele Scandinavische landgedeelte toen overheersten. Bij het opwarmen van het klimaat 11 000jaar geleden werd dit een meer. Toen de gigantische ijspakketten gesmolten waren, begon het hele Scandinavische subcontinent terug omhoog te komen, verlost van het gewicht. Het gletsjermeer droogde 8000 jaar geleden helemaal op en het zand kwam vrij te liggen, verloren onder de invloed van de wind zodat deze duinen gevormd werden. Tenslotte werd 6000 jaar geleden het klimaat terug regenachtiger en kon het huidige veengebied zich ontwikkelen met de traag groeiende veenmossen. Langzaam aan werden de duinen verzwolgen, nu ziet men enkel nog de toppen van wat ooit enorme bergen zand moeten geweest zijn.
Nu stellen ze bijna niets meer voor, bedekt door rendiermossen (Cladonia) en dennen, maar met wat verbeelding kan men zich het desolate, droge landschap van zovele millenia terug voorstellen. En wat is de mens in heel dat raderwerk van klimaat en natuurkracht ?
Het was een koude, vochtige nacht in de tent maar dat hadden we er wel voor over om het Zweedse land in zo'n herfstkleuren te zien baden, om het in rust gaan van de Zweedse vegetatie mee te maken.
Want overleven, dat is hier ook een kunst.
Dan komen we aan de uitgestrekte desolate veenlandschappen die reeds in hun winterkleuren gehuld gingen. Het deed denken aan de typische beelden van de Afrikaanse savannes, alleen natter en kouder. En bijna even indrukwekkend denk ik!
Een luid half gakkend en half toeterend geschreeuw, er komen Wilde zwanen aan. Plots zien we ze tussen de kale bomen opdoemen: drie sierlijke witte silhouetten tegen de grijze herfstlucht.
We spenderen al het beschikbare daglicht aan de "Kävsjön" wandeling die ons rond het uitgestrekte meer leidt. Het is hier dat de mix van noordelijke en zuidelijke vogelsoorten zich voordoet, een unieke situatie in Zweden: hier kan men zowel Wilde zwaan als Kraanvogels zien broeden met Krooneend (Aythya ferina) en Porseleinhoen (Porzana porzana). Helaas ziet men ze niet meer in hartje oktober maar het is een plaats om te onthouden voor een volgende zomer, zeker met zulke comfortabele kijktorens ! Het is ook een klassieke overwinteringsplaats voor Steenarend (Aquila chrysaetos) maar hiervoor waren we helaas nog te vroeg.
En weer vervolgt de route zich, langs de eeuwige slanke dennen op een zacht bedje van mos ...
... en langs de vele heide op de drogere stukken. We identificeerden vooral Struikheide (Calluna vulgaris), Kraaiheide (Empetrum nigrum) en af en toe Dopheide (Erica tetralix).
Ook op kleinere schaal liet de herfst zich voelen in zachte pastelkleuren.
Buiten het veengebied, op de drogere hellingen, is een oud cultuurlandschap te vinden met brede eenzame bomen, dreven en oude houten gebouwen.
Maar dat contact duurt nooit lang en voor men het weet zit men weer midden in het bos bij de mierenkoepels die in het noorden zowel in aantal als in grootte haast onvoorstelbaar zijn.
Een typische plant van nat veengebied is Veenpluis (Eriophorum angustifolium), direct herkenbaar aan de pluizige zaden. Dit cypergras is in staat om zelfs in arctische gebieden te overleven, onder meer dankzij de overlevende wortelstok.
Indrukwekkend en schoon genoeg om onze aandacht te verdienen, dat vond Roel gelukkig ook!
Struikheide orneert het pad met de zachte paarse bloemetjes, het is een laat exemplaar deze plant want september, de hoogtij van de bloei, is allang voorbij.
Zo af en toe ziet men de menselijke invloeden zoals dit kanaaltje dat mee instaat voor het waterpeil van het Kävsjön meer dat sinds de 19e eeuw kunstmatig verlaagd werd.
We genoten van de landschappelijke pracht ondanks het gebrek aan activiteit van het lokale wild. De dag vervloog stilaan en tenslotte werd het tijd om de wielen te wenden naar onze eindbestemming in Zweden: Grimsö. Meer over dat in een volgende blog maar ik kan alvast deze wonderlijke vaststelling met jullie delen: de Zweden zijn zo efficiënt dat zelfs openbaar vervoer over de autosnelweg gaat ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten