"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

donderdag 25 september 2014

Spetteren in het Torfbroek

Happiness is not a station you arrive at, but a manner of traveling.

Margaret Lee Runbeck
De zomerzon op vochtige graslanden, wie kent het niet ? De julizon staat hoog aan de hemel en warmt het vochtige gras op, een zware, zoetige geur dringt de neusgaten binnen. De vogels zijn nu in hun broedtijd en zijn oorverdovend stil. Af en toe klapwiekt een duif weg tussen de boomtoppen maar het geluid wordt meestal verzorgd door de talrijke insecten en het "slobberen" van de schoenen in het drassige gras. Maar dan wordt de idylle even doorbroken door het geraas van een Airbus boven ons.
Voor de vliegtuigen zijn wij een onzichtbare pixel in het natuurreservaat 'Torfbroek' in Kampenhout, recht in een van de aanvliegroutes voor Zaventem. Het gebied is een restant van een uniek moeras, gevoed door zeer kalkrijk grondwater en vormt zo een unieke en kalkrijke uitwijkplaats voor vele planten die in Vlaanderen verder uitgestorven zijn. Na vijftig jaar van verwaarlozing en een gedeeltelijke bebouwing met een villawijk kwam de rest van het gebied in 1977 in het beheer bij Natuurpunt. Het motto van dit reservaat is "Er zijn heel wat mensenhanden nodig om het eruit te laten zien alsof het door geen mensenhand beroerd is": de vele dichtgroeiende hooilanden en verlandende moerassen moeten ieder jaar onderhouden en gemaaid worden om deze unieke situatie te beschermen.
Het herstel uit zich in prachtige populaties van orchideeënsoorten zoals de ranke verschijningen van bosorchis (Dactylorhiza fuchsii)...
Maar ook de stijlvolle, met rozige rode tinten afgelijnde en fier uitstralende geelwitte bloemen van de moeraswespenorchissen (Epipactis palustris) sieren de hooilanden... Het is onder andere deze soort die in Vlaanderen erg zeldzaam is omwille van haar voorkeur voor kalkrijke vochtige gronden. In duinvalleien kan men ze ook af en toe aantreffen.
Een groot dikkopje (Ochlodes sylvanus) kijkt even zijn ogen uit op die indringer van een macrolens.
Op een grote muggenorchis (Gymnadenia conopsea), terug een kalkindicator die men in Vlaanderen énkel in het Torfbroek en in de Voerstreek vindt, rust een koevinkje (Aphantopus hyperantus), een typische graslandvlinder, eventjes uit.
Maar een prachtige vondst was dit haast verstopte plantje in de hoge begroeiing: het is teer guichelheil (Anagallis tenella). Naast een echte tongbreker voor West-Vlamingen is het vooral een heel zeldzaam plantje dat hier zijn grootste dichtheden in Vlaanderen kent. Het is een plantje dat het moet hebben van vochtige, meestal vrij voedselarme gronden zoals vochtige hei, duinpannes en moerassige graslanden. Buiten België en Nederland wordt ze ook al eens op veengronden aangetroffen: haar Engelse naam is zelfs "bog pimpernel".
Een andere zeldzaam plantje strekt zich voorzichtig uit in het hoge, bijna verstikkende gras: het is parnassia (Parnassia palustris), een soort die men vooral in de kustduinen weeral aantreft maar ook hier in het Torfbroek. Het is, net zoals de andere flora, een echte indicator van het oude en bijna onverstoorde karakter van het Torfbroek. Een oase temidden van de bebouwing. Om dit tijdsmachinebeeld te behouden werkt men samen met de toekomst: de lokale scholen komen jaarlijks met hun leerlingen mee helpen in het beheer van het reservaat.
Het zo intacte aanblik van dit gebiedje zorgt ervoor dat ik in juli er twee keer een bezoekje aan breng. Eerst met Maxime en Simon om de laatste rietorchissen (Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa), de uitbundig bloeiende bosorchissen en de hoogtij van de moeraswespenorchissen mee te maken, twee weken later met Reinhardt en Lore om dan de vegetatie al stilletjes te zien veranderen -het kan heel snel gaan, dat zag ik ook al in mijn thesis- met de plots overal opgedoken grote muggenorchissen en de stilaan in de bloei komende parnassia. Het is Lore die deze penseelkever (Trichius fasciatus) spotte en fotografeerde. Er zijn meerdere soorten die 'penseelkever' genoemd worden maar dit is wellicht T. fasciatus omwille van de doorlopende zwarte band op de voorste dekschilden tegen het borststuk. Indien deze niet aanwezig is, zou het T. zonatus zijn. Maar helaas is zekerheid enkel door microscopisch onderzoek van de genitalieën mogelijk.

Het beestje is niet zo zeldzaam maar het vormde met zijn ingetogen schoonheid en vooral met zijn voortdurende smullen van de nectar een passende afsluiter in een pareltje van een natuurreservaat op slechts enkele kilometers van de steeds broeiende en uitdijende hoofdstad. Een ongelooflijke instandhouding gaat hier hand in hand met rust en toekomst. Het roept altijd een beetje geluk op. En dat, dat is de manier waarop je door de woelige wateren van onze hectische maatschappij met schreeuwende media en onrustige politiek moet navigeren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten