"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

woensdag 19 september 2012

Pyreneeën - Kloven en gieren

Voyage, voyage
Plus loin que la nuit et le jour, (voyage voyage)
Voyage (voyage)
Dans l'espace inouï de l'amour.
Voyage, voyage
Sur l'eau sacrée d'un fleuve indien, (voyage voyage)
Voyage (voyage)
Et jamais ne revient

Desireless - Voyage Voyage
De Franse popzangeres Desireless zong het al in de jaren '80, reizen is een avontuur. Een verlangen naar nieuwe dingen te zien. Een beetje rusteloosheid. Dat voel ik telkens weer in de dagen aanlopend naar een geplande reis, die spanning hangt tussen de muren en tussen het staal van mijn auto die stilaan volgepakt geraakt met kampeerspullen. En dan dat verlossende moment als mijn wielen definitief het asfalt betreden op weg naar een lang naartoe geleefde bestemming. Dit jaar werden dat de Spaanse Pyreneeën -en ook een paar andere bestemmingen maar dat verhaal is voor later- en ook hier weer was ik als bioloog en vogelliefhebber helemaal thuis. Maar laat ik niet al teveel op de zaken vooruit lopen.
Eerst gingen we naar een camping in Sanguësa, dichtbij Pamplona. Hier waren we in de voorlopers van de Spaanse Pyreneeën die zich hier vertoonden als diepe kloven en hoge rotsen. Dat we in Spanje waren bewees dit verkeersbord die overal stond.
Nadat we ons geïnstalleerd hadden op de camping bleken we nog een paar uurtjes daglicht te hebben en trokken we naar de Foz d'Arbayùn, één van de vele kloven en hier een ontoegankelijk natuurreservaat dat enkel te bezichtigen is met een overzichtsplatform bovenaan. Het is een thuis voor de specialiteit van de streek : de Vale gieren (Gyps fulvus) maar ook voor talrijke berg- en rotssoorten zoals Rotszwaluwen (Ptyonoprogne rupestris), Alpengierzwaluwen (Tachymarptis melba) en Rotskruipers (Tichodroma muraria).
Het viel erg op dat de Spanjaarden hier meestal enkel Spaans konden, sommigen konden wel eens een woordje Engels of Frans maar dat was een zeldzaam geval. Niet gemakkelijk voor ons, wij verstonden de taal wel enigzins maar onszelf uitdrukken in die vlot ruisende taal viel niet mee. Wij sprongen wellicht even creatief om met Spaanse uitdrukkingen als de Spanjaarden deden met de vertalingen op hun informatieborden ... "where numerous animal species find their fireplace" ...
De kloof werd er niet minder mooi van.
En jawel, daar waren ze, mijn allereerste Vale gieren ! Ze zaten nog veraf maar een bewijsfoto door de telescoop mocht er best wezen. Mooi en indrukwekkend in hun lelijkheid zweefden ze door de kloof op weg naar hun nest- en rustplaatsen.
Coconut, de reismascotte, zag dat het goed was.
Onder het motto "het hoeft niet altijd gevederd te zijn" vond Martijn deze Kardinaalsmantel (Argynnis pandora) aan de parking, typisch te herkennen aan die vrij felgroene ondervleugel.
Ook sprinkhanen kregen de aandacht van deze Insectbusters, Roel en Martijn maken bewijsfoto's ...
... en laten de sprinkhaan op hun respectievelijke neuzen kruipen waar deze halsbrekende salto's uithaalde zoals hier op Roel zijn neus.
De volgende dag, het werd warmer en warmer en we zouden vandaag 38°C zien, gingen we naar de Foz de Lumbier. Dit is ook een kloof maar met een omringend natuurgebied waar een wandelpad doorliep van zo'n zes kilometer. Dat deden wij eerst.
Ook hier waren de gieren talrijker dan mussen en was het landschap bijna Far West-achtig.
Een onbekende libel rust op een dood takje.
Dan was het juichen geblazen voor Roel en mij : onze eerste Aasgier (Neophron percnopterus) vertoonde zich vlak boven ons, met een gemiddelde interesse in ons. U kan hem zien loeren door z'n zwarte levendige oogjes, op zoek naar voedsel.
En ook de Vale gieren ontbraken niet op het appèl, het middaguur naderde en de lucht was danig opgewarmd zodat de gieren snel en eenvoudig op thermiek konden vliegen.
Sommigen van deze Vale gieren waren gemerkt, waarschijnlijk behorend tot het Projecte Canyet - Alcoi.
Het werd warm. Dat is zeker. Martijn deed een Lawrence of Arabia impressie met zijn sleepnet.
We waren opgelucht als we de Foz de Lumbier eindelijk binnenstapten, hier had de zon geen vrij spel en zorgde de rivier voor een wat frissere atmosfeer.
Hier in deze kloof zagen we ook onze eerste Rotsmussen (Petronia petronia), nestelende Aasgieren en ook deze jonge Rotszwaluwen waarvoor ik nog tegen een kleine rotshelling opklom, iets wat totaal mijn gewoonte niet is, maar het was de moeite waard. Net zoals deze kloof de moeite waard was. We waren weer heel wat "lifers" rijker, namelijk een heel aantal soorten die we voor het eerst in ons leven zagen. Niet alleen in vogels maar ook in insecten. Roel (nachtvlinders en bijen) en Martijn (kevers) en ik (dagvlinders) wisten wat doen iedere avond, namelijk bijeen zitten rond de opklapbare tafel vol determinatiegidsen en potjes en camera's en een hele avond te zitten determineren wat we nu eigenlijk gezien hadden. Een echte biologenvakantie ...
Want Roel had ook zijn nachtvlinderval mee, heel populair bij de kinderen en hun ouders op de camping !
Één van de vele soorten die Roel in Sanguësa ving was dit Panteruiltje (Acontia trabealis), en zo vinden mensen die "motten" ineens weer boeiend !

Onze introductie tot de Pyreneeën was ook boeiend en we waren al vol anticipatie voor wat er nog komen zou ! Binnenkort neem ik u weer mee op een impressie !

2 opmerkingen: