Some guys they just give up living
And start dying little by little piece by piece
Some guys come home from work and wash up
Then go racin' in the street
Bruce Springsteen - Racing in the street
Het is de laatste dag van een nogal wisselvallige maand juli en om 7 uur 's morgens sta ik in Leuven om Martijn, Pieter en Jan op te halen voor een tripje van zo'n 400km. We zetten de wielen richting het uiterst zuidelijke puntje van ons klein Belgenlandje naar een dorpje tegen de Franse grens geperst in de provincie Luxemburg : we gaan naar Torgny. Door sommigen wordt dit ook wel eens de Provence van België genoemd door de gelijkaardige bouwstijl met vele huizen uit de 19e eeuw en het zachte microklimaat op deze kalkrijke gronden. De omgeving is een beetje vergelijkbaar met de Viroinvallei wat temperatuur betreft maar ook qua flora en fauna treffen we hier zuiderse soorten aan en dit stukje België staat bekend als een vlinderparadijs.
De eerste kilometers doen we op de Naamsesteenweg, daarna vervolgen we de E411 naar Virton. Eenmaal aangekomen is het vrij bewolkt maar de temperatuur is zacht en het regent niet, we hebben dus niet te klagen. Martijn verlangt naar een fysische uitdaging en wijst quasi toevallig op een heuvel aan de overkant van de grens -aan het dorpje Vélosnes- en we stemmen allen in, hoewel ik mijn twijfels heb over mijn eigen conditie maar de klim blijkt achteraf gezien alle moeite waard te zijn. We ontdekken zelfs een oude bunker, ongetwijfeld van de verdedigingslinie uit WOII die tot in Bastogne liep.
We komen in grote grassige ruigten terecht waar we de uiterst zeldzame Gele luzernevlinder (Colias hyale) en Kleine parelmoervlinders (Issoria lathonia) vangen om te determineren, waar we een Tijgerspin (Argiope bruennichi) roerloos in haar web betrappen en ook een zeer zeldzaam voorkomende Wollige distel (Cirsium eriophorum) tegenkomen. Een dagje in de Rouvroy-streek is genoeg voor een jaaraantal zeldzaamheden ... Biologiestudenten als wij zijn hier gelukkig als een kind met deze fysische en mentale uitdagingen ondanks de mieren die mij en Pieter in de tenen bijten, bereikbaar door onze sandalen ...
De afdaling geschiedt via een zigzagpatroon dat we zelf bepalen in de onbetreden dennenbossen en oud loofbos. Soms volgen we reeënpaadjes maar meestal moeten we takken opzij duwen wat al snel voor vele krassen zorgt op al even vele ledematen. Na een picknick doen we nog een ander bosje aan de overkant van de weg waar we in de velden erlangs nog Kleine vos (Aglais urticae) en vele andere vlindersoorten aantreffen op de bloeiende luzerne. In het bos zelf vinden we nog Eenbes (Paris quadrifolia), een zeldzame bosplant die een aanwijzing is dat dit oude bosbodems betreft.
Na deze vermoeiende eerste uitstap gaan we ons eerst wat opfrissen met een ijsje in de enige brasserie in het dorp. Nadien gaan we nog naar een weilandje dat Jan en ik vorig jaar met Benjamin ontdekt hadden ergens langs de rivier waar toen vele klavers en hoog gras groeide wat een grote vlinderdiversiteit met zich meebracht. Dit jaar was het helaas gemaaid geweest maar klagen mochten we niet met onder andere de vele moeilijk te determineren Blauwtjes en Dambordjes (Melanargia galathea).
Kortom : we keren moe maar voldaan terug naar Leuven waar een grote kebab onze proteïnevoorraden weer aanvult. De foto's werden gemaakt met de Powershot D10 op de klim waar de zware Eos 350D te zwaar is, de rest werd met de Eos vastgelegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten