"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

zaterdag 23 oktober 2010

Herfstmorgen

A slice of the river
in my head
A slice of the mighty stream
in my veins
Scintillating

A slice of doubting light
Chants of the nymphs turned forlorn
A slice of scared memories
Extinguished eyes
Blooming melancholies
and an Autumnal Sunrise

Autumnal sunrise - VAG

Vorige week woensdag was het een zeldzame dag : een dag zonder les, verplichtingen noch practica. Het was een buitenkansje om met beide handen aan te nemen om nog een keer de natuur in te trekken, gewapend enkel met fototoestel en verrekijker. De dag begon erg mistig in de Hagelandse vallei, tussen Holsbeek en Wezemaal in geperst, waar de Winge stroomt. Hierdoor misten we de vroege vogels maar de landschapsbeelden waren poëtisch mooi op deze vroege herfstige morgen.

De mist omhulde de vele bomen en vergezichten maar leverde een goede foto-opportuniteit op voor mij en Reinhardt en een filmbeeld voor Simon.

Fijne decoraties worden in dit seizoen verzorgd door de spinnetjes, een bloemstuk waardig.

De oude hooikeerder die al jaren een beetje ter decoratie in het reservaat staat en af en toe zijn plicht vervult.

En dan kwam het zonnetje erdoor in dit reservaat. De Hagelandse vallei is in beheer bij Natuurpunt Holsbeek en is langzaam aaneen aan het groeien uit de versnippering van bosjes en akkerpercelen.

De bomputten, een resultaat van een noodlozing van bommen voordat een vliegtuig in Wereldoorlog II zou neerstorten, liggen er kalm bij. De amfibieën, voor welke deze putten aangepast werden met schuine oevers, zoeken stilaan de rust op van de bodems, holen in de grond of stronken en stenen voor de winter zal beginnen.

Reinhardt ziet zijn kans schoon om een mooie paddenstoelenfoto te krijgen.

De besjes van de Gelderse roos (Viburnum opulus) glanzen prachtig rood in de zon maar zijn giftig, ook niet eetbaar voor vogels en ze stinken zelfs een beetje.

De Gelderse roos is geen lid van de rozenfamilie maar een wit bloeiende heester in mei/juni. Hoe is hij dan aan zijn Nederlandse naam gekomen ? De oude graven van Gelre, de oude naam van Gelderland in Nederland, hadden een blad in hun wapen waarvan men dacht dat het van de Viburnum opulus zou zijn, die in het wild in juni prachtig bloeide. Later bleek het om het blad van de mispel te gaan maar de naam bleef. Blijkbaar hadden deze Nederlandse graven zoveel aanzien en invloed, dat de naam in Engeland overgenomen werd. (Bron : Tuinadvies.be)

De allerlaatste Dagpauwogen (Aglais io) fladderen nog rond en voeden zich op de herfstasters (Aster Dumosus). Hier probeerde ik Reinhardt's 200mm breedhoeklens uit. De kleuren en scherpte van deze lens zijn echt een "touché" van Canon.

Arne maakt kennis met zijn vierbenige vrienden.

Een test met mijn extender die een macrolens tot 1,5 keer kan versterken en Reinhardt's 100mm f2.8 Canon macrolens levert mooi beeldmateriaal op, het is prachtig om dit spinnetje van dichtbij en uitvergroot te kunnen observeren terwijl het zijn net gevangen maaltijdje inpakt in spinrag. Ik maak een aantekening in mezelf om zeker te blijven sparen voor een macrolens.

De Sleedoorn (Prunus spinosa), de held van het landschapsbeheer met grote natuurwaarde, vormt nu volop vruchten. Ze smaken erg bitter zoals Simon en Arne melden, maar ze zijn waardevol voor vogels op trek en je kan er een lekkere likeur van maken. Het recept hiervoor volgt spoedig op deze blog.

Geen herfst zonder de vele vruchtlichamen van schimmelhyfen of in de volksmond "paddenstoelen" genoemd, die her en der uit de grond en uit rottend hout schieten.

Roel, Reinhardt, Arne en Simon staan rond een Tweestijlige meidoorn (Crataegus laevigata), een van de weinigen in Vlaanderen. Het is een soort die meer de zuidelijkere regio's opzoekt en vormt vruchten met twee zaden uit de twee stijlen van de bloem. Het blad is veel minder diep ingesneden dan de hier meer voorkomende Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna).

Op de terugweg zijn de mannen van het IGO Leuven de slootkant aan het maaien en het maaisel aan het afvoeren. De koeien zien hun kans schoon op een lekkere snack.

Deze man, die jaren in Leuven op de vuilkar werkte, vertelt ons hoe het eraan toegaat. Hij werkt al bijna 35 jaar in gemeentedienst, in weer en wind. "Het is een plezante job, je bent steeds buiten maar het is zwaar. Ik klaag niet want ik heb werk. Onderschat het niet ze mannekes, als we in de winter in dat boske moeten ruimen, da's zware labeur." Wijzend naar de twee mannen verderop die met de handmaaiers in de weer zijn, vervolgt hij : "En die jonge gasten kan ik ook amper volgen met het ruimen, maar normaal z'n we met z'n twee om hier de stapels te maken maar die is efkens er niet bij." We vertellen hem dat we zijn werk een schone job vinden en dat we als biologen goed weten wat buitenlucht betekenen. Al lachend nemen we afscheid in de geur van vochtige aarde en gemaaide slootkanten.

Ja, mijn busje is inmiddels terug op de baan ! Het is een plezier om er terug mee te rijden, iedereen lacht onderweg naar je en kinderen beginnen te zwaaien. Het is een mechaniek uit de tijd dat mensen nog tijd hadden... Een tijd die ik nog meegemaakt heb. Ook hier in de Hagelandse vallei, in een natuurlijke evolutie, vervaagt dit fysische begrip. Het was een mooie ochtend om de batterijen terug op te laden en er weer tegenaan te gaan dit jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten